Executieve functies en IQ

Welkom!
In deze LessonUp:
 
  • Uitleg over Executieve Functies
  • Uitleg over IQ
  • Uitleg over hoe IQ en EF samen werken.
Welkom!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
In deze LessonUp:
 
  • Uitleg over Executieve Functies
  • Uitleg over IQ
  • Uitleg over hoe IQ en EF samen werken.
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide


Opwarmertje!
Als je een hoog IQ hebt, dan kan je goed...:
A
Koken
B
Opstel schrijven
C
Tekenen
D
Vrienden maken

Slide 2 - Quizvraag

Uitleg bij de Quizvraag
Alles is goed! 
En alles is ook fout...!!

IQ heeft niet altijd en zeker niet alléén een directe invloed op deze activiteiten...

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Video

00:54
Wat valt onder gedrag en wat valt onder executieve functie?
Gedrag
Executieve functie
Agenda invullen
Plannen
Beginnen aan 
je huiswerk
Taakinitiatie
Even wachten 
op je beurt
Flexibiliteit
Ontwerpen
Inhibitie

Slide 5 - Sleepvraag

Executieve Functies op een rijtje
De oranje EF's zijn de basis executieve functies
Doelgericht gedrag
Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door andere behoeften of tegengestelde belangen.
Werkgeheugen
Het vermogen om informatie in het geheugen vast te houden tijdens de uitvoering van complexe taken.
Plannen
De vaardigheid om vooruit te denken in de tijd om een doel te bereiken of een taak te voltooien. 
Organiseren
Het vermogen om dingen volgens een bepaald systeem klaar te leggen of te ordenen.
Volgehouden aandacht
Het vermogen om zich op 1 taak te blijven richten, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling.
Inhibitie
Het vermogen om na te denken voordat je reageert op een prikkel.
Taak initiatie
Het vermogen om zonder dralen met een taak te beginnen, op tijd, op efficiënte wijze.
Flexibiliteit
De vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden; het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden.
Time management
Het vermogen om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je die kunt indelen en hoe je je aan tijdslimieten en deadlines kunt houden.
Emotie regulatie
Het vermogen om emotioneel op gepaste wijze te reageren op een situatie (dus niet keihard huilen/ schelden als je de punt breekt van je potlood)
Metacognitie
Het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt; het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie.
Extra uitleg

Slide 6 - Tekstslide


Executieve functies
Ik heb zelf de meeste moeite met deze executieve functie:
Inhibitie (even wachten met reageren)
Werkgeheugen (tijdelijk dingen onthouden)
Doelgericht gedrag (je acties afstemmen op je doel)
Plannen (in de tijd vooruit kunnen kijken)
Organiseren (dingen klaar hebben liggen om aan de slag te gaan)
Flexibiliteit (afwijken van een eerdere planning of gedachte)
Emotieregulatie (emoties uiten passend bij de situatie)
Taakinitiatie (beginnen)
Volgehouden aandacht (je op 1 ding focussen)
Metacognitie (over jezelf na kunnen denken)

Slide 7 - Poll

Pubers
Hormonen zorgen voor
 
  • Lichamelijke groei;
  • Groei in het brein (de prefrontale cortex: EF's).
     
... en zorgen daardoor voor 'nieuw gedrag'.

Pubers...

Slide 8 - Tekstslide

IQ
Hoe slim ben jij?

Slide 9 - Tekstslide


De IQ-Quizzz
Wat is IQ?
Vul in wat volgens jou het meest volledige antwoord is!
A
Intelligentie
B
Een cijfer tussen 100 en 120
C
Intelligentie Quotiënt
D
Hoe snel je brein werkt

Slide 10 - Quizvraag


De IQ-Quizzz
Intelligentie en IQ zijn...
A
Precies hetzelfde
B
IQ is de uitslag van een test, intelligentie is breder dan dat.
C
IQ is hoe slim je bent en intelligentie is hoe je reageert op iets.
D
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag


De IQ-Quizzz
Intelligentie is...
A
Moeilijk te definiëren.
B
Hoe hoog je scoort op een toets.
C
Als je goed dingen kan verzinnen/ creëren.
D
Geen idee

Slide 12 - Quizvraag


De IQ-Quizzz
Als mijn IQ 100 is, dan ben ik
A
Superslim
B
Superdom
C
Altijd gemiddeld
D
Geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Een korte uitleg van IQ
IQ is berekend naar een 'normaalverdeling' waarbij 100 het gemiddelde is en de standaarddeviatie 15. 

Dat betekent dat 68,2% van de bevolking een score heeft die tussen 85 en 115 valt.
Extra uitleg over IQ

Slide 14 - Tekstslide

IQ en hoogbegaafdheid
Een (enorm) hoge score op een intelligentietest, kan leiden tot de classificatie: Hoogbegaafdheid.

Slide 15 - Tekstslide

Hoogbegaafdheid op school
Op school hanteren we het model van Renzulli en Mönks (zie afbeelding).

Tijl Koenderink kan in dit korte gesprek mooi vertellen over school in relatie tot zijn IQ-score.

Slide 16 - Tekstslide


Oké, dus als je hoogbegaafd bent, heb je een hoog IQ, kan je creatief denken en heb je meer doorzettingsvermogen.
Leg uit: welke executieve functies heb je nodig om met die componenten, uitstekend te functioneren op school?

Slide 17 - Open vraag

Executieve Functies EN IQ
  • Executieve functies (EF) zijn ongerelateerd aan de score op een IQ-test.
     
  • EF's ontwikkelen zich door de ontwikkeling van het brein.
     
  • IQ ontwikkelt zich door een prikkel-rijke omgeving en goede genen.
EF's in relatie tot IQ
Executieve functies
Cognitieve functies

Slide 18 - Tekstslide

Ta-daaaaaa
Als je nog vragen hebt, mail gerust of kom even langs.



Voor meer info over HB op het HBL: hier is ons protocol!

Slide 19 - Tekstslide