5.2 Wat voor ondernemingen?

Vandaag:
- Nakijken 1 tot 16
- Theorie paragraaf 5.2
- Aan de slag.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:
- Nakijken 1 tot 16
- Theorie paragraaf 5.2
- Aan de slag.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Is er werk voor jou?
§5.1 Wat levert werken op?
§5.2 Wat voor ondernemingen?
§5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
§5.4 Als je zonder werk zit 
klas 3 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen vandaag
  • Je kunt de productiesectoren noemen en herkennen
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is
  • Je kunt uitleggen wat een zelfstandige, eenmanszaak en een zzp'er is
  • Je kunt de kenmerken van een VOF benoemen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een NV & BV 

Slide 3 - Tekstslide

Productiesectoren
In de 2e klas noemde
we dit:
- Agrarische sector
- Industriële sector
- Dienstverlenende sector

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • Iedereen doet waar hij goed in is en de taken binnen een bedrijf zijn verdeeld
  • Leidinggevend en uitvoerend werk (opg. 5)
  • Arbeidsverdeling kan voor hogere productie zorgen (opg. 6)

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • Binnen een bedrijf (manager (leidinggevend)- personeel (uitvoerend)
  • Tussen bedrijven (voedsel, huizen)
  • Tussen verschillende landen (Kaas uit NL, wijn uit Frankrijk)

    Hierdoor ontstaat specialisatie! 

Slide 6 - Tekstslide

Werken voor jezelf
Iemand die voor zichzelf werkt heet een zelfstandig ondernemer (zelfstandige)

  • Inschrijven in de Kamer van Koophandel (KvK)
  • Eenmanszaak -----> 1 Eigenaar, kan wel met personeel 
  • ZZP-er -----> Zelfstandige Zonder Personeel


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Eenmanszaak
  • In een eenmanszaak is één persoon de eigenaar, maar die kan wel personeel in dienst hebben. 
  • Als een eenmanszaak schulden heeft, moet de eigenaar die desnoods met zijn privégeld afbetalen.
  • Een zzp’er kiest meestal voor een eenmanszaak als ondernemingsvorm.


Slide 9 - Tekstslide

Een VOF
  • VOF staat voor Vennootschap Onder Firma
  • Twee of meer mensen eigenaar
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting


opgave 10B

Slide 10 - Tekstslide

vergelijking eenmanszaak en vof

Voordeel van een vof ten opzichte van een eenmanszaak:

  • Bij een VOF is er meer kapitaal beschikbaar om te investeren.
  • Bij een VOF is er meer kennis en competenties aanwezig zodat de taken beter worden uitgevoerd.

Nadeel van een VOF ten opzichte van een eenmanszaak:

  • Je bent ook hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die de andere vennoot heeft veroorzaakt.

Slide 11 - Tekstslide

BV & NV (1)
BV = Besloten Vennootschap
NV = Naamloze Vennootschap 

Meerdere eigenaren die aandeelhouder zijn

Aandeelhouders ontvangen dividend als het goed gaat met het bedrijf

Slide 12 - Tekstslide

BV & NV (2)
Aandelen van een NV kan iedereen kopen, van een BV niet. 

Bij een BV is een van de aandeelhouders vaak directeur

Als een BV of NV failliet gaat lopen de eigenaren geen risico met privé vermogen.                   (opg. 11)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maken:
Blz 134
Opdracht 1 tot 13

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag:
- Nakijken van 5.1

- 5.2 af? 
Blz 134
Opdracht 1 tot 13! 

Slide 16 - Tekstslide