Les 12 blok 3 pv wwg ond lv mv bwb

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Volgorde zinsontleding
1. persoonsvorm: (pv) werkwoord, doe de tijdproef/getalproef/vraagzin
2. onderwerp (ond): wie/wat + wwg? (wie doet er wat?)
3. werkwoordelijk gezegde (wwg): alle werkwoorden in de zin (ook de pv, scheidbaar samengestelde werkwoorden, te en aan het)
4. lijdend voorwerp (lv): wie/wat + wwg + ond?
5. meewerkend voorwerp (mv): aan wie/voor wie? + wwg + ond?
6. bijwoordelijke bepaling (bwb): prullenbak (je kunt de vragen waar? wanneer? hoe? waarom? waarheen? stellen)
7. bijvoeglijke bepaling (bvb) geeft extra informatie over een ZNW in een zinsdeel, kan ervoor en erachter staan

Slide 5 - Tekstslide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 6 - Quizvraag

Mijn moeder is heel chagrijnig geworden. Wat is het wwg?
A
mijn moeder
B
is
C
is geworden
D
chagrijnig

Slide 7 - Quizvraag

Mijn vader heeft een lelijke broek aan. Wat is het onderwerp?
A
mijn vader
B
een lelijke broek
C
heeft
D
heeft aan

Slide 8 - Quizvraag

Mijn vader heeft een lelijke broek aan. Wat is het lijdend voorwerp?
A
mijn vader
B
een lelijke broek
C
heeft
D
heeft aan

Slide 9 - Quizvraag

Jannie geeft vandaag een bos bloemen aan Maria

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide