herhaling haben en sein

Wiederholung
herhaling
haben/sein 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wiederholung
herhaling
haben/sein 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Op het einde van de les(sen) kun je de hulpwerkwoorden haben/sein vervoegen in de tegenwoordige tijd
en je kent de woorden NL-D van de Lernliste

Slide 2 - Tekstslide

haben/sein vervoegen

Om werkwoorden te kunnen vervoegen heb je een aantal dingen nodig:


- Je moet alle persoonlijke voornaamwoorden kennen


Slide 3 - Tekstslide

persoonlijke voornaamwoorden

enkelvoud:

ik = ich

jij = du

hij = er

zij = sie

het = es

Slide 4 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord

meervoud:

wij = wir

jullie = ihr

zij = sie

u = Sie

Slide 5 - Tekstslide

even oefenen
Wat is de juiste vertaling?

Slide 6 - Tekstslide

ik
A
ich
B
du
C
er
D
es

Slide 7 - Quizvraag

jullie
timer
0:20
A
wir
B
ihr
C
sie
D
Sie

Slide 8 - Quizvraag

het
timer
0:20
A
ich
B
er
C
sie
D
es

Slide 9 - Quizvraag

u
timer
0:20
A
sie
B
es
C
wir
D
Sie

Slide 10 - Quizvraag

jij
timer
0:20
A
du
B
sie
C
ihr
D
ich

Slide 11 - Quizvraag

Grammatik: haben sein

Slide 12 - Tekstslide

Combineer! 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Sleepvraag

Combineer! 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 14 - Sleepvraag

Haben und Sein

Slide 15 - Tekstslide

Ich ______ 13 Jahre
timer
0:20
A
bin
B
ist
C
seid
D
sind

Slide 16 - Quizvraag

Warum ______ du gelogen?
timer
0:20
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 17 - Quizvraag

Ich _____ eine Schwester
timer
0:20
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 18 - Quizvraag

Wir _____ in der Schule
timer
0:20
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 19 - Quizvraag

Und jetzt schwieriger

Slide 20 - Tekstslide

Übersetze ins Deutsch: wij zijn

Slide 21 - Open vraag

Übersetze ins Deutsch: mijn ouders hebben

Slide 22 - Open vraag

Übersetze ins Deutsch: ik ben

Slide 23 - Open vraag

Übersetze ins Deutsch: Peter heeft

Slide 24 - Open vraag

Übersetze ins Deutsch: jullie zijn

Slide 25 - Open vraag

Übersetze ins Deutsch: jij hebt

Slide 26 - Open vraag

Und jetzt noch ein bisschen schwieriger

Slide 27 - Tekstslide

Meine Eltern ............ beide 40 Jahre alt.
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 28 - Open vraag

Warum .......... du jetzt in Hamburg?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 29 - Open vraag

Mein Freund ............. ein Haus
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 30 - Open vraag

Was ............ deine Adresse ?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 31 - Open vraag

En nu zelf oefenen!
Ga de link naar Quizlet openen en ga leren. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link