Goederenverwerking Hoofdstuk 7 Gevaarlijke stoffen

• Logistiek
• MBO
• Studiejaar 4

Gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen

Wie werkt er met gevaarlijke stoffen?

Wetten en regels

• Arbeidsomstandighedenwet
  
• Wet milieubeheer
  
• REACH: voor de productie en handel
  
• Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15: voor opslag van verpakte gevaarlijke stoffen
  
• ADR en Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen: wegtransport
  
• IATA: regelt luchttransport
  
• International Maritime Dangerous Goods Code: voor zeetransport
  

ADR-Klassen

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Wat je altijd moet doen:

• zorgen dat gevaarlijke stoffen stevig staan
  
• breekbare verpakkingen niet stapelen
  
• motorische transportmiddelen in de opslag vermijden
  
• gevaarlijke stoffen nooit mengen
  
• bij gemorste stof of lekkage de voorschriften volgen
  
• niet eten, drinken en roken op de werkplek.
  

Omgaan met gevaarlijke stoffen

belangrijke eisen aan opslag en opslagplaats:

• opslagplaats minimaal 60 minuten brandbestendig
  
• onbrandbare muren, vloeren en wanden
  
• voldoende ventilatie
  
• kleine voorraden opgeslagen in een goedgekeurde kast
  
• verpakking lekt niet en is bestand tegen inhoud en normale handelingen
  
• aard van de opgeslagen stoffen duidelijk zichtbaar aan de buitenzijde van de opslag
  
• Pak gevaarlijke stoffen nooit om in de opslagplaats.
  

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Veiligheidssignalering is een maatregel die het mogelijk maakt om veilig te werken.

veiligheidskleuren:

• kleur rood: stop- en verbodstekens, brandbestrijding/-preventie
  
• geel: gevaar, extra aandacht vereist
  
• blauw: informatie
  
• groen: veiligheids- en reddingstekens, hulpverlening.
  
• veiligheidsborden.
  

Informatie over gevaarlijke stoffen

etikettering: verplichte informatie op de verpakking van een gevaarlijke stof:

• stofnaam
  
• leveranciersnaam
  
• gevarensymbool met bijschrift
  
• bij mengsels: extra informatie
  

Gevarensymbolen

gevarensymbool:

•  informatie over het gevaar van een stof
  

gevaarszin: 

• H-zin met risicobeschrijving
  

voorzorgszin: 

• P-zin met informatie over het omgaan met de stof
  

Wat te doen als het misgaat

bij een ongeluk:

• Weet om welke stof het gaat.
  
• Weet welke maatregelen je moet nemen:
  
• klein ongeluk: spoelen met veel water
  
• stof in oog: oogdouche
  
• stof over lichaam: nooddouche
  
• laten nakijken door een arts.
  

Einde 

Huiswerk:

Verwerkingsopdrachten + controle vragen