7.2 Populaties

7.2 Populaties
1. Je kan een omschrijving geven van de begrippen populatie, populatiegrootte en populatiedichtheid. 
2. Je kan verschillende methodes voor het schatten van een populatiegrootte beschrijven.
3. Je kan uitleggen welke (beperkende) factoren de populatiegrootte kunnen beïnvloeden. 
4. Je kan uitleggen hoe de populatiegrootte toe en af kan nemen door geboorte, immigratie, sterfte en emigratie. 
5. Je kan uitleggen wat de draagkracht van een ecosysteem is en hoe het ontbreken van beperkende factoren tot een plaag leidt. 

Lees eerst pagina 239 uit je leerboek!

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.2 Populaties
1. Je kan een omschrijving geven van de begrippen populatie, populatiegrootte en populatiedichtheid. 
2. Je kan verschillende methodes voor het schatten van een populatiegrootte beschrijven.
3. Je kan uitleggen welke (beperkende) factoren de populatiegrootte kunnen beïnvloeden. 
4. Je kan uitleggen hoe de populatiegrootte toe en af kan nemen door geboorte, immigratie, sterfte en emigratie. 
5. Je kan uitleggen wat de draagkracht van een ecosysteem is en hoe het ontbreken van beperkende factoren tot een plaag leidt. 

Lees eerst pagina 239 uit je leerboek!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Konikpaarden paren in de zomer in grote groepen, maar in de winter splitsen ze zich in kleinere families en trekken zo door het gebied. Is dit 1 populatie? Waarom wel of niet?

Slide 3 - Open vraag

Populatiedichtheid
= gemiddelde aantal individuen (van dezelfde soort) per oppervlakte eenheid (op het land) of volume eenheid (in het water). Bijv. 47 individuen/m2 op het plaatje hiernaast. Hiermee wordt de grootte van de populatie aangegeven. Dit is niet een vast aantal, maar varieert continu.

De populatiedichtheid is afhankelijk van de soort (o.a. door territoriumgrootte), van het leefgebied (habitat) en van of de soort in groepen of individueel leeft. Bij het bepalen van de populatiedichtheid is het belangrijk om ook naar het verspreidingspatroon te kijken. Soorten kunnen in groepen verspreid zijn over een stuk land, regelmatig verspreid of willekeurig verspreid (zie plaatje). Als je in het midden van het plaatje bloemen gaat tellen per m2 kom je op een ander aantal dan aan de rand.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Populatiegrootte
Vier factoren beïnvloeden de populatiegrootte:
  1. geboortecijfer: het aantal geboortes per 1000 individuen in een jaar
  2. sterftecijfer: het aantal overleden individuen per 1000 individuen in een jaar
  3. immigratie: toename door komst van organismen
  4. emigratie: afname door vertrek van organismen

Slide 6 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht 
De uilenpopulatie en muizenpopulatie houden elkaar in evenwicht. Als het aantal muizen toeneemt is er meer prooi voor de uilen. Door het extra voedsel neemt uilenpopulatie toe. Dit zorgt voor meer predatie waardoor muizenpopulatie weer afneemt.

Slide 7 - Tekstslide

Dynamische evenwicht populatie dichtheid

Slide 8 - Tekstslide

Draagkracht
De draagkracht is de maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn. 

Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft, zoals concurrentie van andere soorten, predatie, onvoldoende voedsel, ziektes en andere oorzaken van sterfte. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe groot is de draagkracht voor schapen?
A
1500 schapen
B
15 000 schapen
C
150 000 schapen
D
1 500 000 schapen

Slide 10 - Quizvraag

Plaag
Wanneer de omstandigheden erg gunstig zijn voor een soort groeit een populatie soms ongeremd en overschrijdt de draagkracht van het gebied.

Hierdoor raakt een gebied uitgeput.
Sprinkhanenplaag in Oost-Afrika

Slide 11 - Tekstslide

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht in het gebied?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 12 - Quizvraag

5

Slide 13 - Video

00:41
Wat is de beperkende factor voor de populatiegrootte van de Heckrunderen?

Slide 14 - Open vraag

01:18
Denk je dat de populatiegrootte oploopt naar 5000 dieren als staatsbosbeheer niet ingrijpt? Waarom wel/niet?

Slide 15 - Open vraag

02:22
Wat zou er gebeuren als een aantal dieren worden afgeschoten?

Slide 16 - Open vraag

03:02
Zullen alle dieren verhongeren als staatsbosbeheer niet ingrijpt? Hoe komt dat?

Slide 17 - Open vraag

02:22
Wat zou er gebeuren als de dieren worden bijgevoerd?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Ben je het eens met deze uitspraak? Waarom wel of niet?

Slide 20 - Open vraag

Opdrachten maken
- Maak 7.2 opdr. 1 t/m 6

Klaar?
- Lees pagina 240 t/m 242 van je leerboek.
- Ga verder met de volgende slides

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Exoot / plagen
Individuen vestigen zich ergens waar ze eerder niet voorkwamen (vaak doordat ze door mensen worden meegenomen).


Slide 23 - Tekstslide

Waarom wordt een exoot vaak een plaag?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het nadeel van het gebruik van chemische bestrijding?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Hoe voorkomen biologische landbouwers dat er plagen ontstaan?

Slide 29 - Open vraag

Afronden 7.2
- Maak 7.2 opdr. 7 t/m 12
- Controleer of je de leerdoelen beheerst
- Nog vragen? Noteer ze voor in de volgende opdracht -->

Slide 30 - Tekstslide

Hierover zou ik volgende les graag nog extra uitleg krijgen:

Slide 31 - Open vraag