Economie H3 paragraaf 3&4

3.3 Geld lenen kost geld
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Vier leenmotieven noemen en herkennen
  • Kredietkosten van een lening berekenen
  • Drie meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen
  • Uitleggen hoe koop op afbetaling werkt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

3.3 Geld lenen kost geld
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Vier leenmotieven noemen en herkennen
  • Kredietkosten van een lening berekenen
  • Drie meest voorkomende kredietvormen noemen en herkennen
  • Uitleggen hoe koop op afbetaling werkt

Slide 1 - Tekstslide

Benoem de vier leenmotieven

Slide 2 - Open vraag

Welke formule gebruik je bij het berekenen van de kredietkosten?
A
Termijnbedrag x aantal termijnen - krediet
B
krediet x aantal termijnen - termijnbedrag
C
Termijnbedrag - aflossing x rente
D
Termijnbedrag - rente x aflossing

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen consumptief krediet?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Salaris krediet
D
Hypotheek

Slide 4 - Quizvraag

Benoem een voorbeeld van koop op afbetaling.

Slide 5 - Woordweb

Wat is het verschil tussen koop op afbetaling en een persoonlijke lening?

Slide 6 - Open vraag

3.4 Nog meer bank zaken
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Wat de rol van de banken is in ons geldverkeer.
  • De voor- en nadelen benoemen van beleggen.
  • Uitleggen hoe je met behulp van de wisselkoers vreemde valuta kan berekenen.
  • Hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt en andersom.

Slide 7 - Tekstslide

Huishoudens zijn zowel de vraag als het aanbod van geld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit hoe huishoudens geld aanbieden bij het geldverkeer.

Slide 9 - Open vraag

Welke rol spelen de banken bij het geld verkeer?

Slide 10 - Open vraag

Een voordeel van beleggen is dat je meer geld kan verdienen dan met rente ontvangen op jouw spaargeld bij de bank.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de koers van een aandeel?

Slide 12 - Open vraag

Alle landen die samen de euro hebben vormen de..?
A
Wisselkoers
B
Vreemde valuta
C
Eurozone

Slide 13 - Quizvraag