Instructie 3.6 Argumenten voor evolutie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn rudimentaire organen?
(meerdere antwoorden)
A
Organen die we nog steeds gebruiken
B
Organen die nog steeds aanwezig zijn maar geen functie hebben.
C
Organen die deels verdwenen zijn door evolutie
D
Organen met een specifieke functie

Slide 13 - Quizvraag

De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een fossiel?
A
aardlagen van verschillende jaren
B
botten van een door dier
C
rest of afdruk van een organisme dat bewaard is gebleven ingesteente
D
gesteente in lagen

Slide 15 - Quizvraag

Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
De vleugel van de vleermuis en de poot van een reptiel
B
De vleugel van een vlinder en de poot van een reptiel
C
De vleugel van een vlinder en de vleugel van een vleermuis

Slide 16 - Quizvraag

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag


Rechts zien we een vleermuis-vleugel.

Enkele organen zijn:
1 de pootresten van een reuzenslang;
2 de staartwervels van een mens;
3 de vleugels van een vleermuis (zie afbeelding).

Welk orgaan is, of welke organen zijn rudimentair?

A
geen van deze organen
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 18 - Quizvraag

STELLING:
Kijken naar overeenkomsten in de vroege embryonale ontwikkeling is een manier om onderzoek te doen naar verwantschap
A
waar
B
onwaar

Slide 19 - Quizvraag

Er komen op aarde nog steeds nieuwe soorten bij.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Hoe doen wetenschappers nu vooral onderzoek naar de verwantschap tussen soorten?
A
ze bekijken fossielen
B
ze gaan op zoek naar overeenkomsten in lichaamsbouw
C
ze vergelijken het DNA

Slide 21 - Quizvraag

Is voor het ontstaan van nieuwe soorten altijd isolatie nodig?
A
nee
B
ja

Slide 22 - Quizvraag