B1

Thema 13 Transport en afweer
Neem je laptop (dichtgeklapt) en boek voor
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 13 Transport en afweer
Neem je laptop (dichtgeklapt) en boek voor

Slide 1 - Tekstslide

Thema 13 Transport en afweer
B1 Bloed
B2 De bloedsomloop en de bloedvaten 
B3 Het hart
B4 Hart- en vaatziekten
B5 Weefselvloeistof en lymfe
B6 Afweer
B7 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten stil lezen B1
Lees de theorie op blz. 98-102
Als je klaar bent begin je aan de samenvatting op blz. 104

Slide 3 - Tekstslide

Toetsing 
Tentamen over:
 thema 13 Transport en afweer 
thema 14 Gaswisseling en uitscheiding

Slide 4 - Tekstslide

Bs.1 Bloed
  • Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.



Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 1: Bloed
Bloed bestaat uit bloedplasma (55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (45%). 

Slide 6 - Tekstslide

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • In het bloedplasma zitten eiwitten (7%)
  • Het bloedplasma vervoert veel stofjes (voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen)
  • Fibrinogeen

Slide 7 - Tekstslide

Samenvattingsopdracht 4 boek
Vul op blz. 104 het bovenste stroomschema in
Over 10 minuten gaan we nakijken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bloedcellen

Slide 10 - Tekstslide

Rode beenmerg

Slide 11 - Tekstslide

Rood beenmerg
Rood beenmerg
Rood beenmerg
Geel beenmerg

Slide 12 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Functie:  vervoeren zuurstof

Let op: geen CELKERN

Vaste vorm

Belangrijk: bevat hemoglobine

Slide 13 - Tekstslide

Hemoglobine
Hemaglobine kan aan zuurstof en koolstofdioxide binden. Het geeft een rode kleur en het bevat ijzer (Fe2). 

Ijzer is erg belangrijk voor het aanmaken van rode bloedcellen. Daarom recyclet  je lichaam het ijzer uit dode rode bloedcellen om er weer 
nieuwe rode bloedcellen mee te maken. 

Dode rode bloedcellen worden afgebroken in 
het rode beenmerg, de milt en de lever. 

Slide 14 - Tekstslide

Witte bloedcellen 
  • Functie: doden ziekteverwekkers.
  • Hebben wel een celkern.
  • Hebben geen vaste vorm.
  • 3 typen witte bloedcellen:
       * ziekteverwekkers
insluiten;
       * antistoffen produceren;
       * opruimen dode celresten
Pus: dode witte bloedcellen en bacteriën.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leukemie
Beenmergkanker. 
Er worden grote hoeveelheden onrijpe witten bloedcellen gevormd.
Gevolgen:
- Lichaam kan zich niet goed beschermen tegen infecties.
- Er worden minder rode bloedcellen en bloedplaatjes gevormd.


Slide 17 - Tekstslide

Samenvattingsopdracht 4 boek
Vul op blz. 105 in welke drie typen witte bloedcellen er zijn.
Over 5 minuten nakijken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bloedplaatjes
- Delen van uiteengevallen cellen
Stollen het bloed

Te veel aan bloedplaatjes (trombose kan optreden)
Te weinig aan bloedplaatjes (blijf je bloeden)

Slide 20 - Tekstslide

Bloedplaatjes

Slide 21 - Tekstslide

Examenopgave 1


Bloed bevat hormonen.
Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen? (1p)

A Bloedplaatjes
B Bloedplasma
C Rode bloedcellen
 



Slide 22 - Tekstslide

Examenopgave 1


Bloed bevat hormonen.
Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen? (1p)

A Bloedplaatjes
B Bloedplasma
C Rode bloedcellen
 



Slide 23 - Tekstslide

Examenopgave 2



Noteer twee manieren waarop witte bloedcellen ziekteverwekkers kunnen bestrijden. (2p)
 



Slide 24 - Tekstslide

Examenopgave 2


Noteer twee manieren waarop witte bloedcellen ziekteverwekkers kunnen bestrijden. (2p)
 Voorbeelden van juiste manieren:
• antistoffen maken (1p)
• de bacterie omsluiten / afbreken (1p)

 



Slide 25 - Tekstslide

Oefenen
Bekijk bloedcellen onder de microscoop
Laat je scherpstelling bij 400 X aan mij zien
Ga naar Thema 13 Transport en afweer
Ga naar 13.1. Bloed
Maak opdrachten 1 t/m 8 
Opdracht 4 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 98 t/m 102
Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 13.1

Slide 26 - Tekstslide