5V stad van de toekomst

Paragraaf 1.3 - De stad van de toekomst
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3 - De stad van de toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • je kunt: 
  • beschrijven welke sociaal-economische vraagstukken in steden spelen en daarin een vergelijking maken met het platteland.
  • analyseren welke gevolgen de ontwikkeling van de kennis- en creatieve economie heeft voor de ruimtelijke inrichting van steden.
  • vanuit verschillende dimensies de ruimtelijke ontwikkelingen in steden beoordelen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Stedelijke ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het grootste verschil tussen hoe de stad vroeger gebruikt werd en nu?

Slide 5 - Open vraag

Switch van productie naar consumptie (en weer voor het wonen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Maar wat is er dan gebeurd met de productie?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Industrie vertrokken naar:
- Lagelonenlanden
- Grootschaligere industrieterreinen buiten de stad

Steden meer kennisgericht

Slide 10 - Tekstslide

2. 19e eeuwse wijken
  • Hoge woningdichtheid
  • Krappe, goedkope woningen om de binnenstad heen
  • Nu: veel jongeren en niet-westerse allochtonen
  • Sommige delen zijn opgeknapt: hier wonen hippe, rijke mensen --> gentrificatie

Slide 11 - Tekstslide

2. 19e-eeuwse wijken  
Hoge woningdichtheid

Slide 12 - Tekstslide

Na oorlogse wijken
  • Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken
    - grotere huizen
    - minder dicht op elkaar gebouwd

  • Daaromheen: naoorlogse wijken
    - goedkopere huizen
    - hoogbouw
       - snel gebouwd, goedkoop
       - wordt nu geleidelijk vervangen

Slide 13 - Tekstslide

Na-oorlogse wijk

Slide 14 - Tekstslide

Gevolg - leegstand/verloedering

Slide 15 - Tekstslide

Kennisstad
Van industrie naar kenniseconomie
> Innovatie (topsectoren)
> Zakelijke dienstverlening

-> Science Park aan rand stad


Slide 16 - Tekstslide

Kennisstad
Van industrie naar kenniseconomie
> Innovatie (topsectoren)
> Zakelijke dienstverlening

-> Science Park aan rand stad


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kenniseconomie
belangrijkste productiefactor: kennis/brein

Harde en zachte kennis

Zakelijke dienstverlening
Creatieve stad

Slide 19 - Tekstslide

Maar dit biedt ook kansen
--> Een toename van treinreizigers zorgden ervoor dat stationsgebieden moesten worden aangepast

--> Er was niet genoeg ruimte voor het toenemend aantal mensen om in steden te wonen (+recreatie/horeca)

--> Een smart city ook gericht op innovatie! 


Slide 20 - Tekstslide

Stad van de toekomst: Duurzaam en Smart

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Stedelijke vernieuwing

Slide 24 - Tekstslide

Stedelijke vernieuwing
Herstructurering van 19e eeuwse bedrijventerreinen. 
  • Bedrijven weggetrokken -> leegstand en verloedering
  • Tegelijk: meer reizigers en gebrek aan woonruimte


Te onderscheiden in:
  1. Verdichting: meer m² vloeroppervlak per hectare, dus meer hoogbouw
  2. Transformatie: gebied krijgt nieuwe functie: bijvoorbeeld wonen, werken, recreatie 
  3. Renovatie: Opknappen van karakteristieke gebouwen (industrieel erfgoed) 

Slide 25 - Tekstslide

Dus: Vernieuwing 
Van haven-, industrie- en stationsgebieden, op drie manieren:
1. Verdichting
2. Transformatie
3. Renovatie

Slide 26 - Tekstslide

Verdichting
Transformatie
Renovatie

Slide 27 - Sleepvraag

Verdichting

Slide 28 - Tekstslide

Transformatie

Slide 29 - Tekstslide

Renovatie

Slide 30 - Tekstslide

Transformatie economie
Leidt tot duale arbeidsmarkt

--> Hoogopgeleid vs. laagopgeleid

Slide 31 - Tekstslide

Leg uit hoe een duale arbeidsmarkt leidt tot ruimtelijke segregatie

Slide 32 - Open vraag

Sociale ongelijkheid
  1. Kenniseconomie: grote vraag naar hoogopgeleiden. 
  2. Gevolg: duale arbeidsmarkt en sociale ongelijkheid.
  3. Gevolg: ruimtelijke segregatie in steden. 

In Nederland weinig segregatie naar inkomen, wel naar etniciteit. 
Verklaring?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Welke laatste vragen over het PO heb zou je willen bespreken?

Slide 37 - Open vraag