M&P L2 W5P3 Voorbereiden SO

Welk van de genoemde landen is GEEN
lidstaat van de EU?
A
Bulgarije
B
Cyprus
C
Luxemburg
D
Ijsland
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
M&PMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welk van de genoemde landen is GEEN
lidstaat van de EU?
A
Bulgarije
B
Cyprus
C
Luxemburg
D
Ijsland

Slide 1 - Quizvraag

De landen die de huidige Europese Unie hebben opgericht, zijn
Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Luxemburg en ...?
A
Spanje
B
Zwitserland
C
Italië
D
Groot Brittanië

Slide 2 - Quizvraag

Waarom werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
opgericht?

Slide 3 - Open vraag

Welke Europese stad is de zetel van de meeste Europese instellingen
en wordt vaak "de hoofdstad van Europa" genoemd?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet het Europees petitierecht, waarmee burgers een wetsvoorstel op de Europese agenda kunnen zetten?

Slide 5 - Open vraag

Welke voorwaarde is
GEEN voorwaarde
om lid te kunnen worden van de EU?
A
Een christelijke staat zijn
B
Een Europees land zijn
C
De mensenrechten eerbiedigen
D
Een stabiele democratie zijn

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer vinden de volgende
verkiezingen voor het Europees
Parlement plaats?
A
2019
B
2024
C
2025
D
2022

Slide 7 - Quizvraag

Heeft de EU een eigen leger?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

In de EU is in een aantal landen de
doodstraf nog altijd toegestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de volgende feiten is GEEN
rechtstreeks gevolg van EU-wetgeving?
A
In de EU hoef je geen roamingkosten te betalen
B
In de EU kunnen alleen nog spaarlampen worden verkocht
C
In 2015 zijn er 5,1 miljoen kinderen geboren in de EU
D
Er staan waarschuwingen op pakjes sigaretten in de EU

Slide 10 - Quizvraag

EU-burgers kunnen in elke lidstaat
werken volgens dezelfde voorwaarden
als de lokale inwoners
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Voorzitter van het Europees Parlement
B
Italiaanse minister
C
Regeringsleider van de EU
D
Voorzitter van de Europese Commissie

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Landen met een groot bevolkingsaantal hebben meer zetels dan landen met een klein bevolkingsaantal. Hoeveel heeft NL er van de 705 zetels (als gevolg van uittreding van GB) in het EP?

Slide 15 - Open vraag

Je zou de Europese Commissie kunnen vergelijken met de ... van een
land, omdat zij de uitvoerende macht heeft.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Voorzitter van het Europees Parlement
B
Duitse regeringsleider minister
C
Voorzitter van de Europese Commissie
D
Fractievoorzitter van de Groenen in het EP

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Bekijk de cartoon en maak de vragen die erbij horen.
Gebruik je aantekeningen in je schrift.
Antwoord in keurige zinnen. Leg ook uit.
Klaar? Begin met leren voor je SO!

Slide 20 - Tekstslide