Week 37 les 1/4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands Week 37 les 1/4

Even voorstellen.. Diana van Cooten

Wat verwacht ik van jou?

Je neemt altijd je boeken, schrift en Chromebook mee

Als je iets 5 keer vergeten bent, blijf je na met een extra opdracht.

Je bent aardig tegen mij en je klasgenoten.

Wat kun je van mij verwachten?

Ik beantwoord alle vragen

Als je vraagt of ik het nog eens of anders uit moet leggen, zal ik dat altijd doen.

Ik zal duidelijk zijn en mij aan afspraken houden

Als jullie pauze nodig hebben of een spelletje tussendoor , doen we dat. 

les 1: Wat gaan we doen?

Plattegrond

Kennismakingsformulier invullen

Inloggen online kern

spelletje

les 2: Nederlands

Wat gaan we doen?

Uitleg leesportfolio

Mediatheek: Boek zoeken

Uitleg bezoek bibliotheek.

les 3: Nederlands

10-15 min lezen

Kern bekijken met z'n tweeën. Maak een lijstje met plus en minpunten wat je opvalt.

Lezen en maken 1AB en C

lezen blz 10 uit het handboek samen

les 4: Nederlands

10 min lezen

nakijken 1A

les 5: Nederlands

10 min lezen

nakijken 1A

Woordenlijst bij 1 A: Van letters tot kennis

Jullie vinden de woordenlijst op Som: studiewijzer

Deze ga je leren voor de dictees. 

Iemand die kan lezen en schrijven

1. alfabeet
2. alvabeet
3. alfobeet
4. alvobeet

De algemene ontwikkeling

1. Bepaalde hoeveelheid kennis op een gebied.
2. Bepaalde hoeveelheid ervaring op verschillende gebieden.
3. Bepaalde hoeveelheid ervaring op een gebied.
4. Bepaalde hoeveelheid kennis op verschillende gebieden.

Iemand die niet kan lezen en schrijven

1. onafabeet
2. analfabeet
3. onalfabeet
4. anafabeet

Er niet bij mogen horen

1. buitengekeerd worden
2. uitelkaar getrokken worden
3. buitengesloten worden
4. uitgesloten worden

het niet digitaal vaardig zijn

1. digibeet
2. digi-junk
3. digibijt
4. digiholic

het digitaal vaardig zijn

1. de digitale intelligentie
2. de analfabete geletterdheid
3. de analfabete intelligentie
4. de digitale geletterdheid

de uitgave

1. de editie
2. de kosten
3. de syllabus
4. het deel

wie met getallen en wiskunde begrippen om kan gaan

1. becijferd
2. gecijferd
3. calculator
4. calculerend

Wie kan lezen en schrijven; wie veel algemene kennis heeft

1. beletterd
2. belezen
3. gelezen
4. geletterd

alle woorden en uitdrukkingen die iemand kent

1. rijkwoordelijk
2. woordenschat
3. schatwoordelijk
4. woordenschatrijk