File 2 - A perfect day - 23/24/24/26/27

File 2 


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

File 2 


Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de uitleg
  • Ben je stil
  • Ligt je Ipad op de hoek van de tafel (plat)
  • Steek je hand op als je iets wilt vragen
  • Doe je actief mee         
  • let op teken om te starten.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je oefent met de nieuwe Engelse woorden van onderdeel A en B
Je kunt korte tekst berichten in het Engels lezen en hier vragen over beantwoorden.
Je herkent het verschil tussen de Present Simple en Continuous

Slide 3 - Tekstslide

This lesson
1. Herhalen
(3 min)
Herhaling
2. Present Simple en Continuous
(5 min)
Uitleg
3. Oefenen
(15 min)
Homework 23/24 +wb

Slide 4 - Tekstslide

Refresh your mind

Slide 5 - Tekstslide

Kies het juiste woord:
Etui
A
pencil case
B
etuie
C
pencil sack
D
penci holder

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Link

vertaal:
liniaal

Slide 8 - Open vraag

Wanneer je zegt dat je nu iets aan het doen bent gebruik je het werkwoord:
A
to have
B
to be
C
to do

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
rugzak
A
bagpak
B
backpack
C
rucksak
D
rugsack

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
map
A
map
B
papermap
C
binder
D
multomap

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
puntenslijper
A
pencil
B
sharpener
C
sleeper
D
pencilhole

Slide 12 - Quizvraag

Present simple and present continuous

Slide 13 - Tekstslide

Present SIMPLE or CONTINUOUS?
Present Simple
  • He bakes cookies every day.
  • She plays the piano very well.
  • I like to eat pizza in the weekend.
  • Fay runs 3 times a week.
Present Continuous
  • He is baking cookies now
  • She is playing piano for me.
  • I am eating pizza at this moment.
  • Fay is running up the hill.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 16 - Quizvraag

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 17 - Quizvraag

Present simple is:

Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst

Slide 18 - Quizvraag

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 19 - Quizvraag

Welke woorden passen bij de Present Simple en elke bij de Present Continuous?
Present Continuous
Present Simple
Right now
Always
Never
Often
Usually
Today
At the moment
Now

Slide 20 - Sleepvraag

Present simple
Present continuous
They are feeding the animals.

Slide 21 - Sleepvraag

Present simple
Present continuous
Rebecca is watching Netflix.

Slide 22 - Sleepvraag

Present Simple
Present Continuous
Has he got a sister?

Slide 23 - Sleepvraag

Present Simple
Present Continuous
Sssst the teacher is talking.

Slide 24 - Sleepvraag

Translate:
Hij is aan het zwemmen.

Slide 25 - Open vraag

Translate:
Wij zijn aan het luisteren.

Slide 26 - Open vraag

Voor mij is de Present Continuous nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 27 - Poll

Finish Part C

Slide 28 - Tekstslide