paragraaf 6.3 en 6.4

paragraaf 6.3 en 6.4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 6.3 en 6.4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
6.3.1 Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen noemen.
6.3.2 Je kunt de kenmerken van biologische bestrijding noemen.
6.3.3 Je kunt uitleggen hoe je gewassen op een duurzame manier kunt verbouwen.
6.4.1 Je kunt de belangrijkste energiebronnen noemen met hun voordelen en nadelen.

Slide 2 - Tekstslide

Gangbare landbouw
In de gangbare landbouw 
veel dieren bij elkaar gehouden (intensieve veehouderij) 
veel dezelfde gewassen bij elkaar geteeld (monocultuur). 

Slide 3 - Tekstslide

Voordelen en nadelen intensieve landbouw
Voordelen bij dieren: minder werk, grotere opbrengsten
Nadelen: grotere kans op ziektes (vogelgriep) mestproblematiek
Voordelen bij planten: makkelijker het land te bewerken dus minder werk, grotere opbrengsten
Nadelen bij planten: grotere kans op plagen, inzet van pesticiden

Slide 4 - Tekstslide

Pesticiden
Niet-selectief: vele insecten wordt gedood, niet alleen die de plaag veroorzaken.



Selectief: slechts een soort insect wordt gedood. Deze middelen zijn heel duur maar beter voor het milieu

Slide 5 - Tekstslide

resistentie
De meeste pesticiden worden slecht of niet afgebroken door reducenten. Ze blijven lang in het milieu aanwezig.

Veel organismen (insecten) worden resistent tegen het gif.
Je moet meer pesticide gebruiken of een sterkere soort.

Slide 6 - Tekstslide

biologisch bestrijden:

• door natuurlijke vijanden
• door het lokken van de schadelijke insecten
• door vruchtwisseling

Slide 7 - Tekstslide

biologische landbouw 
• Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest gebruikt en dieren lopen zo veel mogelijk los.
• Ziekten en plagen niet met gif maar biologisch met natuurlijke vijanden van de plaagziektes.
• De gewassen worden verbouwd op kleine stukken grond waar vruchtwisseling wordt toegepast.
• Er wordt gebruikgemaakt van groenbemesting.

Slide 8 - Tekstslide

Kringloopbouw
alle grondstoffen en eindproducten hergebruikt in een kringloop

Slide 9 - Tekstslide

Precisielandbouw
Bij precisielandbouw gebruiken de boeren speciale meetapparatuur. Hiermee kunnen ze precies zien welk stuk van de akker mineralen, bestrijdingsmiddelen of water nodig heeft.
- geen overbemesting
- zuinig met water
- weinig pesticiden
- kosten besparend

Slide 10 - Tekstslide

Verticale landbouw
 Voedsel worden geproduceerd in de stad. Dit heet verticale landbouw. De ruimte waar de planten groeien, wordt goed afgesloten van de buitenlucht. 
Zo worden ziekten en plagen voorkomen.

Voordeel: weinig transportkosten 

Slide 11 - Tekstslide

Energie

Slide 12 - Tekstslide

fossiele brandstoffen
Aardgas,
Steenkolen
Olie

Nadelen: raken op, bij verbranding komt koolstofdioxide vrij wat een broeikasgas is. Versterkt broeikaseffect. Fijnstof en smog.

Slide 13 - Tekstslide

Kernenergie

Voor kernenergie heb je uranium nodig, daarvan weinig te vinden op onze planeet.
Voordeel: er ontstaat geen luchtverontreiniging en er komt ook geen koolstofdioxide vrij. Wel waterdamp (koeltorens)
Nadeel: Er ontstaat wel radioactief afval dat tienduizenden jarenschadelijk is voor mens en natuur. 

Slide 14 - Tekstslide

Duurzame energie
Groene energie

windenergie, waterkracht, zonne-energie, aardwarmte
(biomassa)

Nadelen: vaak afhankelijk van weeromstandigheden.
Duur om te bouwen en te onderhouden

Slide 15 - Tekstslide

Volgende week

Klimaatverandering oorzaak en gevolgen
Verschillende soorten afval.
Onze lucht, water en bodem

Slide 16 - Tekstslide