Het bezittelijk voornaamwoord Kap. 11

 het bezittelijk voornaamwoord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre|
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt

Slide 3 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.

 De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis

Slide 4 - Tekstslide

Let op!!!

Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:

Das ist ein Fahrrad.  = Das ist mein Fahrrad

Das ist eine Schule = Das ist meine Schule

Jij schrijf niet !!!!

Das ist eine meine Schule

Slide 5 - Tekstslide

Zoals jij heb gemerkt, hebben wij voor elke persoon het bezittelijk voornaamwoord.

ik - mijn- mein     jij- jouw- dein   zij- haar- ihr   

hij - zijn - sein   het- zijn- sein   wij - ons\onze - unser

jullie -jullie-euer        zij- hun - ihr         u - uw - Ihr


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 8 - Quizvraag

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 9 - Quizvraag

Das sind..................(onze) Eltern (v).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 10 - Quizvraag

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 11 - Quizvraag

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 12 - Quizvraag

Maaike ist ..............(haar) Freundin.
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 13 - Quizvraag

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unse4r

Slide 14 - Quizvraag

Das ist ........................ (mijn)Geburtstagsgeschenk
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 15 - Quizvraag

En.....????

Weet je al, wat  een bezittelijk voornaamwoord is ?


Bedank voor uw aandacht !!!!


Slide 16 - Tekstslide