In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Een stroomkring bestaat uit een aantal onderdelen:
Er kan pas een stroom lopen als de kring gesloten is.
Spanning U Volt V
Stroomsterkte I Ampere A
Weerstand R Ohm
Vermogen P Watt W
Zodra een component opgenomen is in een gesloten stroomkring, kan er een stroom gaan lopen.
De grootte van de stroom hangt af van de spanning en de weerstand.
Stroomkringen worden gebruikt om elektrische energie om te zetten in een andere energie soort.
Het omgezette vermogen bereken je met:
En de totaal omgezette energie met:
Een batterij of accu kan stroom leveren maar raakt uiteindelijk op. De hoeveelheid stroom die geleverd kan worden wordt uitgedrukt als de capaciteit.
5 Ah = een uur lang 5 ampere = 2 uur lang 2,5 ampere etc....