5.1 - Prikkels en signalen

Thema 5 - Gedrag
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 - Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Gedrag

Slide 2 - Woordweb

Hoofdstuk 5 - Gedrag
5.1 - Prikkels en signalen
5.2 - Sociaal gedrag
5.3 - Gedrag onderzoeken
5.4 - Gedrag leren
5.5 - Omgaan met dieren

Slide 3 - Tekstslide

5.1 - Prikkels en signalen

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kan omschrijven wat gedrag is
Je kan voorbeelden van inwendige en uitwendige prikkels noemen
Je kan uitleggen hoe motivatie en drempelwaardes gedrag bepalen
Je weet wat sleutelprikkels zijn en kan hiervan voorbeelden noemen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is gedrag?
'Alles wat een mens of dier doet'
Niet goed of slecht

Verandering in gedrag:
- Ontstaat door een prikkel -> invloed van binnen uit buiten
Uitwendige prikkel
Inwendige prikkel

Slide 6 - Tekstslide

Inwendige prikkel
Honger hebben
Uitwendige prikkel
Het zien van eten

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer werken prikkels?
Soms neem je prikkels waar, maar doe je er niks mee
vb: Hond die baas wel roept maar niet reageert
Bepaalde prikkels leveren altijd een reactie: Sleutelprikkels
Pimpelmezen: opengesperde oranje snavels -> sleutelprikkel voor ouder
Stekelbaarsmannetje: rode buik van ander mannetje leidt tot dreiggedrag 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer reageer je
Hoeveelheid prikkels moet voldoende zijn voor een reactie:
Drempelwaarde
Reageren op prikkel bij voldoende motivatie

Dus: Is de prikkel sterk genoeg, en is de motivatie om te reageren sterk genoeg? -> gedrag


Slide 9 - Tekstslide

Lichaamstaal
  • Spreken zonder woorden
Spreken met woorden noemen we verbale communicatie
Mensen kennen deze taal allemaal:
Kijken naar ogen, wenkbrauwen en mond

Dieren hebben ook lichaamstaal
Non-verbale communicatie (niet-spreken)

Slide 10 - Tekstslide

Dierentaal
Dieren begrijpen hun soortgenoten
Hun ‘taal’ bestaat uit signalen
Lichaamshouding
Geur
Kleur
Beweging
Geluid

Slide 11 - Tekstslide

Dierentaal
Dieren begrijpen hun soortgenoten
Hun ‘taal’ bestaat uit signalen
Voorbeeld: hond
Sommige signalen werken altijd:
Sleutelprikkel

Slide 12 - Tekstslide

Overdreven signalen

Roepen een sterke reactie op
Zijn vaak een extra sterke prikkel

Slide 13 - Tekstslide

Vragen

Slide 14 - Tekstslide

Het horen van een harde knal is een
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Geen van beide antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit wat een drempelwaarde inhoud

Slide 16 - Open vraag

Hoe bepaalt motivatie of een dier reageert op de prikkel 'voedsel ruiken'?

Slide 17 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een sleutelprikkel

Slide 18 - Open vraag

Een reactie op een prikkel noem je een...
A
Respons
B
Signaal

Slide 19 - Quizvraag

Het maken van geluid door een leeuw is...
A
Verbaal gedrag
B
Non-verbaal gedrag

Slide 20 - Quizvraag

Aan het werk
Maken 5.1 

Slide 21 - Tekstslide