8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen

H8 Burgers en stoommachines
8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen

KA
de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8 Burgers en stoommachines
8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen

KA
de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze presentatie leer je:
  • hoe het liberalisme, nationalisme en conservatisme opkwamen
  • hoe nieuwe natiestaten en een agressief nationalisme ontstonden
  • hoe het socialisme opkwam en verdeeld raakte

Slide 2 - Tekstslide

Liberalisme, nationalisme en conservatisme 1/4
Congres van Wenen (1815): Europa gaat samen de vrede handhaven en overal onrust en revoluties de kop in te drukken.


Ze wilden een machtsevenwicht in Europa:
  • Frankrijk mag de vrede niet opnieuw bedreigen
  • koningen en edelen kregen weer de macht
  • herverdeling van de Europese rijken



Slide 3 - Tekstslide

Liberalisme, nationalisme en conservatisme 2/4
Het Duitse rijk werd een los verbond van stadstaten en monarchieën, Pruisen en Oostenrijk waren daarin de grote mogendheden: staten.


Slide 4 - Tekstslide

Liberalisme, nationalisme en conservatisme 3/4
De autoritaire orde op Europese vasteland stuitte op verzet van politiek-maat-schappelijke stromingen als het liberalisme:
  • vooral aanhang onder burgerij
  • grondwet die koninklijke macht beperkte en andere burgerrechten garandeerde
  • regering ondergeschikt aan gekozen volksvertegenwoordiging
  • economisch liberalisme
  • de beste garantie voor welvaart is de markt-economie: vraag en aanbod

Slide 5 - Tekstslide

Liberalisme, nationalisme en conservatisme 4/4
Ook in het nationalisme verzetten burgers zich tegen de bestaande orde. Volgens hen hadden volken recht op een eigen natiestaat.

Door de democratische revoluties groeide het besef dat mensen hoorden bij een volk met een gemeenschappelijke: taal, geschiedenis en cultuur.

Het conservatisme stond tegenover het liberalisme en het nationalisme. Het idee van vrijheid en gelijkheid was gevaarlijk

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme 1/4
De orde van Congres van Wenen hield geen stand door groeiend verzet tegen de autoritaire monarchieën:
  • Griekenland en Servië los van Ottomaanse rijk
  • 1830 – Frankrijk kreeg een ander konings-huis dat rekening hield met burgerij
1830 – België scheidde zich af van Neder-land en werd eigen koninkrijk
1848 – na volksopstand werd Frankrijk een republiek
1870 – stichting van koninkrijk Italië dat einde maakte aan aparte staatjes met liberale grondwet

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme 2/4
  • 1830 – België scheidde zich af van Nederland en werd eigen koninkrijk
  • 1848 – na volksopstand werd Frankrijk een republiek
  • 1870 – stichting van koninkrijk Italië dat einde maakte aan aparte staatjes met liberale grondwet

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme 3/4
Bismarck werd kanselier: Duitse regeringsleider, minister-president.
Hij gebruikte het nationalisme:
  • om met nationale gevoelens een verenigd Duitsland te krijgen
  • om drie uitgelokte oorlogen te winnen
  • waardoor Duitse vorsten zich aansloten bij Pruisen en de Pruisische koning erkenden als keizer van het Duitse rijk (1871)

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme 3/3
Bismarck werd kanselier: Duitse regeringsleider, minister-president.
Hij gebruikte het nationalisme:
  • om met nationale gevoelens een verenigd Duitsland te krijgen
  • om drie uitgelokte oorlogen te winnen
  • waardoor Duitse vorsten zich aansloten bij Pruisen en de Pruisische koning erkenden als keizer van het Duitse rijk (1871)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Nieuwe natiestaten en agressief nationalisme 4/4
Eind 19e eeuw groeide overal in Europa een agressief nationalisme dat het eigen volk verheerlijkte en andere als minderwaardig beschouwde. Groeiend verlangen naar eigen staat bij Tsjechen, Polen en Serviërs.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Huiswerk
Maak de opdrachten van 8.1 en 8.2 (1 t/m 4 en 15) in het digitale werkboek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

na 1800: klassensamenleving
voor 1800: standensamenleving

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1870
Eenwording Italië

Slide 18 - Tekstslide

Agressief nationalisme
  • eigen natie verheerlijken 
  • afzetten tegen andere naties
  • eigen verleden verheerlijken

Slide 19 - Tekstslide

Socialisme
Streven naar gelijkheid
Verschil tussen arm en rijk verkleinen
Vooral een beweging van arbeiders

Slide 20 - Tekstslide

Communisme
Marxisme:
  • steeds kleiner wordende groep wordt steeds rijker
  • Verelendung
  • Gevolg: dictatuur van het proletariaat --> ultieme gelijkheid

  • Gelijkheid via geweld: communisme
  • Gelijkheid via parlement: sociaaldemocratie

Slide 21 - Tekstslide