08 - Functiewoorden en verbindingswoorden

Leesvaardigheid
Belangrijke stof van vorig jaar...
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
Belangrijke stof van vorig jaar...

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- op welke manier een schrijver structuur aanbrengt in zijn tekst; 
- hoe de meeste zakelijke teksten zijn opgebouwd; 
- hoe functiewoorden en tekstverbindingen jou kunnen helpen een tekst te doorgronden. 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen
Ook het doel dat een schrijver met een tekst heeft, kan invloed hebben op de betrouwbaarheid ervan. 

Welke vijf tekstdoelen die in klas 1 zijn behandeld kennen we nog? 

Schrijf ze op en geef aan wat ermee wordt bedoeld. 
Bij welke tekstdoelen zul je extra op je hoede moeten zijn?

Slide 3 - Tekstslide

Betrouwbaar?

Tekstdoel?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke teksten
Om een tekst goed begrijpelijk te houden, zorgt de schrijver ervoor dat hij gebruik maakt van verbanden. 

Als lezer is het heel belangrijk om hierop te letten. Hierdoor zul je de tekst namelijk beter begrijpen. 

Slide 7 - Tekstslide

Macro- en microstructuur
Een zakelijke tekst is in verschillende delen op te delen. Zo is er een onderscheid tussen een macrostructuur en een microstructuur.

Met de macrostructuur verdelen we de tekst in inleiding, kern en slot. 

Met de microstructuur gaan we op zoek naar functies van en verbanden tussen de kleinere delen van de tekst. Hierbij gaan we in op de inhoud.

Slide 8 - Tekstslide

Functiewoorden en verbindingswoorden
Functiewoorden geven aan welke functie een of enkele alinea's in de tekst vervullen. Deze functiewoorden kunnen letterlijk in de tekst gegeven worden, maar vaak is dit niet het geval. 

Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden) geven aan hoe de verschillende onderdelen van de tekst (dus woorden, zinnen of alinea's) zich ten opzichte van elkaar verhouden. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Soorten verbindingen

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Werk nu aan de opdrachten op het oefenblad. 

Slide 12 - Tekstslide