Geschiedenis van de filosofie 2-3

Geschiedenis van de filosofie 2-3
Socrates, Plato en Aristoteles
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis van de filosofie 2-3
Socrates, Plato en Aristoteles

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  • vroege filosofen (pre-socratici): op zoek naar de oorsprong
  • andere benadering van godenverhalen: minder 'menselijk'
  • Parmenides vs. Heraclitus

Slide 2 - Tekstslide

ALLES IS ...

Slide 3 - Woordweb

Antwoorden uit les 1
water       getallen
het onbepaalde (to apeiron)
lucht          vuur
materie + intellect (nous)
elementen + liefde (eros)
atomen + leegte

Slide 4 - Tekstslide

Gestelde vraag
Was Xenophanes beïnvloed vanuit het oosten?

Slide 5 - Tekstslide

"Alles is één"
een DVD waarop een film wordt afgespeeld, blijft hetzelfde, ook al veranderen de filmbeelden voortdurend

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel deze les
Ik kan socratische vragen herkennen en formuleren.

Ik kan uitleggen hoe de mens een meer centrale rol krijgt in de westerse filosofie.

Slide 7 - Tekstslide

rond 450 v.Chr.
opkomst van de sofisten:
welsprekende leraars,
van wie je een opleiding in uitmuntendheid kon krijgen

Slide 8 - Tekstslide

Socrates
  • 469-399 v.Chr., Athene
  • moeder: vroedvrouw
  • eigen stijl van gespreksvoering

Slide 9 - Tekstslide

Socrates vs. de sofisten
  • onbetaald / betaald
  • onwetend / expert
  • niet / wel seksuele relatie met volgelingen
  • op zoek naar waarheid / naar overtuigingskracht

Slide 10 - Tekstslide

Socrates
  • veroordeeld vanwege slechte invloed op de jeugd + asebeia (gebrek aan eerbied voor de goden)
  • mocht zelf straf voorstellen
  • had een laatste wens

Slide 11 - Tekstslide

Geen angst voor de dood

Slide 12 - Tekstslide

pp. 52-56 (Apologia)
Hoe beschrijft Socrates zijn verhouding...
  • met de politici?
  • met de handwerkslieden?
  • met de jeugd?
  • met de god?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

PAUZE
10 min.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Socratisch gesprek
  • gaat vaak over goed leven (eerbied, rechtvaardigheid, ...)
  • gesprekspartner moet definitie geven, niet alleen een voorbeeld
  • definitie wordt kritisch ondervraagd (bijv.: "het eerbiedige is datgene wat de goden liefhebben)
  • aporie: de gesprekspartner komt er niet meer uit

Slide 17 - Tekstslide

Socratisch gesprek in de zorg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Plato
  • 427-348 v.Chr.
  • leerling van Socrates
  • stichter van de Academie
  • politiek actief in Syracuse
  • natuurlijke dood

Slide 20 - Tekstslide

Platonische liefde

Slide 21 - Tekstslide

het Socratische probleem
  • Socrates heeft niets geschreven
  • we kennen Socrates vooral uit de "dialogen" van Plato
  • maar: Plato heeft zichzelf daaruit weggeschreven

Slide 22 - Tekstslide

de allegorie van de grot

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Ideeënleer
  • we kunnen dezelfde eigenschap toeschrijven aan heel verschillende dingen, omdat ze deel hebben aan hetzelfde Idee

Slide 25 - Tekstslide

Vraag
Stel dat Plato gelijk heeft:
van welk Idee zou jij iets willen hebben?

Slide 26 - Tekstslide

PAUZE
10 min.

Slide 27 - Tekstslide

Aristoteles
  • 384-322 v.Chr.
  • leerling van Plato
  • stichter van het Lyceum
  • mentor van Alexander de Grote (Macedonië)
  • interesse in allerlei dingen

Slide 28 - Tekstslide

Logica ('analytica')
Alle vossen zijn zoogdieren.
Dit dier is een vos.
--> Dit dier is een zoogdier.

Sommige mensen uit Kreta zijn onbetrouwbaar.
Deze man komt uit Kreta.
--X Deze man is onbetrouwbaar. (non sequitur!)

Slide 29 - Tekstslide

Metafysica
  • verschil tussen substantie (ousia) en accidenten (bijkomende eigenschappen)
  • elke substantie bestaat uit materie (hyle) en vorm (morphe)
  • de vorm is actief, de materie passief
  • vb.: houtbewerker die een tafel maakt
  • verschil met Ideeënleer van Plato

Slide 30 - Tekstslide

Doelmatigheid
  • act/potentie
  • materie heeft potentie om iets te worden
  • de natuur / een andere oorzaak actualiseert de potentie
  • vb.: een kalf dat gras eet; een onderwijzer die scheikunde geeft
  • de immateriële Vorm bepaalt het doel
  • (antwoord op Parmenides)

Slide 31 - Tekstslide

Vraag
Denk jij dat de mens een doel heeft?

Slide 32 - Tekstslide