Aandoeningen van het urinewegstelsel, deel 1 (anatomie/fysiologie)

Aandoeningen urinewegstelsel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aandoeningen urinewegstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
- Functies nieren kunnen benoemen
- Samenwerkende hormonen voor de nieren kunnen benoemen
- Meest voorkomende problemen met urinewegstelsel kunnen benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de functies van het urinewegstelsel?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Welke functies van de nieren ken jij?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke verbinding zorgt voor de afvoer van urine vanuit het nierbekken naar de blaas?
A
urineleider (ureter)
B
urinebuis (urethra)

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Urinebuis- Blaas - Urineleiders
B
Nieren - Urineleiders - Blaas-Urinebuis
C
Urineleiders - Nieren - Blaas- Urinebuis
D
Urineleiders - Blaas - Nieren- Urinebuis

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel liter bloed stroomt er in rust per minuut door de nieren?
A
1 liter
B
2 liter
C
3 liter
D
4 liter

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie (opname) van water in de nieren.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welk hormoon stimuleert de terugresorptie van natrium?
A
ADH
B
Adrenaline
C
Aldosteron
D
Erytropoëtine

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Waar wordt parathormoon (PTH) afgegeven?
A
Bijschildklieren
B
Bijnieren
C
Schildklier
D
Hypofyse

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ureter
Blaas
Bijnier
Urethra
Nier
Buikaorta

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Urostoma
Colostoma
Ileostoma
Dunne darm
Dikke darm
Stoma van de urinewegen

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Welke observatiepunten van urine ken je?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Aandoeningen
Cystitis (blaasontsteking)
Pyelonefritis (nierbekkenontsteking)
Glomerulonefritis en glomerulopathie (verzamelbegrippen voor ziekten waarbij sprake is van een ontsteking of aantasting)
Urolithiasis (nierstenen)

Slide 35 - Tekstslide

Cystitis
Symptomen:
* plassen doet pijn of is branderig
* vaker plassen, maar niet effectief
* het gevoel van plassen is pijnlijk
* Pijn in onderrug of onderbuik
* troebel of bloed in urine
* sterke geur
Oorzaak:
bacteriën via plasbuis(vaak darmbacterie)> seks
Oudere leeftijd is de blaas minder krachtig, verzakking bekkenbodem> urine achterblijven
Diagnose:
- stickje
- kweek

Slide 36 - Tekstslide

Pyelonefritis
Kan samengaan met blaasontsteking:
een ziek gevoel
koorts (38 graden of hoger)
pijn in zij
Complicaties:
Urosepsis
Nierinsufficiëntie

Slide 37 - Tekstslide

Glomerulonefritis en glomerulopathie
Oorzaken:
DM
Hypertensie
Auto-immuunziekte

Slide 38 - Tekstslide

Urolithiasis> urineweginfectie en koorts
Nierstenen zijn onopgeloste afvalstoffen (zouten) in urine
Grote stenen veroorzaken:
- hevige pijnaanvallen
- problemen met urineren> stuwing> hevige pijn in lende met uitstraling naar lies> mogelijk bloed in urine (koliek)
- Koliekaanval> onrustig gevoel, misselijkheid, overgeven

Diagnose: 
- röntgen buik
- echo nieren
- CT-scan
Behandeling: 
Pijnbestrijding
Niersteenvergruizer
kijkoperatie
Complicaties:
infecties
Stuwing achteruitgang nierfunctie

Slide 39 - Tekstslide

Opdrachten
Week 4: 

Print het protocol Katheteriseren van je BPV.



Slide 40 - Tekstslide

Deze les was leerzaam
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll