Irregular verbs test
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Which movie do you want to watch?
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Tekstslide
Present continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
Wat is de regel van de present continuous?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing
Slide 6 - Quizvraag
Present continuous:
Wat geef je aan met de present continuous?
Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
Slide 7 - Quizvraag
I _____ (to play) football now.
A
is playing
B
am playing
C
be playing
D
am play
Slide 8 - Quizvraag
She ____ (to watch) TV at the moment.
A
is watching
B
am watching
C
are watching
D
is watch
Slide 9 - Quizvraag
We _____ (to bake) a cake right now.
A
is baking
B
are bakeing
C
are baking
D
are bake
Slide 10 - Quizvraag
They ______ (to run) very fast right now.
A
am runing
B
is running
C
are runing
D
are running
