Klokkijken Spaans
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
¿Qué hora es?
(10:27)
Son .....
(10:27)
Son .....
A
la diez y veinticinco
B
las diez y veintisiete
C
las once menos media
D
cinco para las once y media
Slide 3 - Quizvraag
Als iemand vraagt hoe laat is het, begin je met: Son las .... of Es la....
Wat is het verschil?
Wat is het verschil?
Slide 4 - Open vraag
¿Qué hora es?
(7:58)
(7:58)
A
Son las ocho en punto
B
Son las ocho menos diez
C
Son las ocho menos dos minutos
D
Es la ocho y cinco
Slide 5 - Quizvraag
¿Qué hora es?
(13:30)
(13:30)
A
son la una y media
B
son las una y media
C
es las una y media
D
es la una y media
Slide 6 - Quizvraag
Hoe zeg je: Het is 5 uur
Slide 7 - Open vraag
Hoe zeg je: Het is half 2 (schrijf getal uit)
Slide 8 - Open vraag
Hoe zeg je: Het is kwart voor 4 (schrijf de getallen uit)
Slide 9 - Open vraag
Hoe vraag je in het Spaans hoe laat het is?
