Jack the Ripper - Kijk- Luister

Jack the Ripper
1 / 52
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Jack the Ripper

Slide 1 - Woordweb

49

Slide 2 - Video

00:29
Hoe lang is het geleden dat Jack the Ripper toesloeg?
A
Bijna 100 jaar geleden
B
Meer dan 100 jaar geleden
C
200 jaar geleden

Slide 3 - Quizvraag

00:29
In welk jaar begint het verhaal van Jack the Ripper?

Slide 4 - Tekstslide

01:28
In welk jaar begint het verhaal van Jack the Ripper?

Slide 5 - Open vraag

01:28
Hoeveel moorden zijn er sowieso gelinkt aan 
Jack the Ripper?

Slide 6 - Tekstslide

01:59
Hoeveel moorden zijn er sowieso gelinkt aan Jack the Ripper?

Slide 7 - Open vraag

01:59
Hoeveel verdachten hebben Ryan en Shane in beeld?

A. 5
B. 8
C. 11

Slide 8 - Tekstslide

03:14
Hoeveel verdachten hebben Ryan en Shane in beeld?
A
5
B
8
C
11

Slide 9 - Quizvraag

03:16
Hoe laat werd het lichaam van Mary Ann Nichols gevonden?

a. 3.20 am
b. 3.40 pm
c. 3.40 am

Slide 10 - Tekstslide

03:51
Hoe laat werd het lichaam van Mary Ann Nichols gevonden?
A
3.20 am
B
3.40 pm
C
3.40 am

Slide 11 - Quizvraag

03:51
 Op welke datum werd het tweede slachtoffer gevonden?

Slide 12 - Tekstslide

05:38
Op welke datum werd het tweede slachtoffer gevonden?

Slide 13 - Open vraag

05:38
Welke aanhef gebruikt de moordenaar in de brief aan de politie?

Slide 14 - Tekstslide

07:27
Welke aanhef gebruikt de moordenaar in de brief aan de politie?

Slide 15 - Open vraag

07:27
Wat geloven een hoop mensen over de brief?

a. Dat deze echt van de moordenaar afkomt. 
b. Dat deze geschreven is door een journalist.
c. Dat de politie deze brief zelf heeft gemaakt.

Slide 16 - Tekstslide

08:20
Wat geloven een hoop mensen over de brief?
A
Dat deze echt van de moordenaar afkomt.
B
Dat deze geschreven is door een journalist.
C
Dat de politie deze brief zelf heeft gemaakt.

Slide 17 - Quizvraag

08:20
Wat is er bijzonder aan de moord op Elisabeth Stride?


A. Hij wilde de politie in de war brengen.
B. Jack werd op heterdaad betrapt.
C. Alleen haar keel werd doorgesneden, doordat hij gestoord werd

Slide 18 - Tekstslide

09:04
Wat is er bijzonder aan de moord op Elisabeth Stride?
A
Hij wilde de politie in de war brengen.
B
Jack werd op heterdaad betrapt.
C
Alleen haar keel werd doorgesneden, doordat hij gestoord werd.

Slide 19 - Quizvraag

09:05
Hoeveel tijd zat er tussen de moord op Elizabeth Stride en het volgende slachtoffer?


a. 45 minuten
b. 45 dagen
c. 45 uur

Slide 20 - Tekstslide

09:17
Hoeveel tijd zat er tussen de moord op Elizabeth Stride en het volgende slachtoffer?
A
45 minuten
B
45 dagen
C
45 uur

Slide 21 - Quizvraag

09:17
Welke conclusie wordt er over Jack the Ripper getrokken uit het feit dat hij juist terug
richting het eerdere slachtoffer liep?


a. Hij wilde zijn werk daar nog afmaken.
b. Hij wilde zich aangeven bij de politie.
c. Hij woonde wellicht in de buurt

Slide 22 - Tekstslide

11:28
Welke conclusie wordt er over Jack the Ripper getrokken uit het feit dat hij juist terug richting het eerdere slachtoffer liep?
A
Hij wilde zijn werk daar nog afmaken.
B
Hij wilde zich aangeven bij de politie
C
Hij woonde wellicht in de buurt.

Slide 23 - Quizvraag

11:29
Wat vond de politie opvallend aan de informatie op de kaart die ze ontvangen?


a. Het was duidelijk dat dit van een oplichter kwam.
b. Er stond informatie op die nog niet bekend gemaakt was.
c. De politie wist deze informatie zelf nog niet eens.

Slide 24 - Tekstslide

12:25
Wat vond de politie opvallend aan de informatie op de kaart die ze ontvangen?
A
Het was duidelijk dat dit van een oplichter kwam.
B
Er stond informatie op die nog niet bekend gemaakt was.
C
De politie wist deze informatie zelf nog niet eens.

Slide 25 - Quizvraag

12:25
Waar werd het laatste slachtoffer gevonden?

a. Op straat
b. In haar eigen bed
c. In een bad

Slide 26 - Tekstslide

13:51
Waar werd het laatste slachtoffer gevonden?
A
op straat
B
in haar eigen bed
C
in een bad

Slide 27 - Quizvraag

13:51
Hoe oud denken ze dat Jack the Ripper is?

Slide 28 - Tekstslide

15:29
Hoe oud denken ze dat Jack the Ripper was?

Slide 29 - Open vraag

15:29
Hoeveel verdachten had Sir Melville op het oog?

Slide 30 - Tekstslide

15:59
Hoeveel verdachten had Sir Melville op het oog?

Slide 31 - Open vraag

16:00
Wat was één van de redenen dat Ostrog verdacht werd?

a. Familieleden van hem waren dokter
b. Hij had een hekel aan vrouwen
c. Hij had geen alibi voor de tijdstippen van de moorden

Slide 32 - Tekstslide

18:26
Wat was één van de redenen dat Ostrog verdacht werd?
A
Familieleden van hem waren dokter
B
Hij had een hekel aan vrouwen
C
Hij had geen alibi voor de tijdstippen van de moorden

Slide 33 - Quizvraag

18:26
Op welk kledingstuk werd het DNA van Kosminski gevonden?

Slide 34 - Tekstslide

18:48
Op welk kledingstuk werd het DNA van Kosminski gevonden?

Slide 35 - Open vraag

18:48
Hoeveel jaar heeft Mr Edwards aan het oplossen van de moord gewerkt?

Slide 36 - Tekstslide

19:56
Hoeveel jaar heeft Mr Edwards aan het oplossen van de moord gewerkt?

Slide 37 - Open vraag

22:48
Wat is het grootste bezwaar op het idee dat Jack the Ripper eigenlijk een vrouw is?

a. Alle ooggetuigen hebben het over een man
b. Een vrouw in die tijd had geen anatomische kennis.
c. Het gevonden DNA is van een man

Slide 38 - Tekstslide

23:45
Wat is het grootste bezwaar op het idee dat Jack the Ripper eigenlijk een vrouw is?
A
Alle ooggetuigen hebben het over een man
B
Een vrouw in die tijd had geen anatomische kennis,
C
Het gevonden DNA is van een man

Slide 39 - Quizvraag

25:20
Wat is het beroep van Patricia Cornwell, de vrouw die denkt dat Walter Sickert Jack
the Ripper is?

Slide 40 - Tekstslide

25:35
Wat is het beroep van Patricia Cornwell, de vrouw die denkt dat Walter Sickert Jack
the Ripper is?

Slide 41 - Open vraag

28:28
Hoe lang werd Barnett ondervraagd na de moord op Mary Kelly?


a. Twee uur
b. Vier uur
c. Zes uur

Slide 42 - Tekstslide

30:25
Hoe lang werd Barnett ondervraagd na de moord op Mary Kelly?
A
Twee uur
B
Vier uur
C
Zes uur

Slide 43 - Quizvraag

31:50
Op welke dagen zijn de moorden gepleegd?

Slide 44 - Tekstslide

32:32
Op welke dagen zijn de moorden gepleegd?

Slide 45 - Open vraag

32:32
Wat is het eerstgenoemde bewijs om Maybrick te verdenken?

Slide 46 - Tekstslide

33:10
Wat is het eerstgenoemde bewijs om Maybrick te verdenken?

Slide 47 - Open vraag

35:15
Wie van de verdachten is volgens Ryan en Shane de meest logische?

Slide 48 - Tekstslide

35:49
Wie van de verdachten is volgens Ryan en Shane de meest logische?

Slide 49 - Open vraag

35:49
Is de zaak van Jack the Ripper opgelost?

Slide 50 - Tekstslide

36:45
Is de zaak van Jack the Ripper opgelost?

Slide 51 - Open vraag

Wie denk jij dat Jack the Ripper is?

Slide 52 - Open vraag