Thema 3 Dictee 3 oefenen
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is dit?
Slide 2 - Open vraag
Wat is de goede volgorde?
A
vanmorgen - vanavond - vanmiddag
B
vanmorgen - vanmiddag - vanavond
C
vanmiddag - vanavond - vanmorgen
D
vanavond - vanmorgen - vanmiddag
Slide 3 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 4 - Open vraag
Wat zie je hier?
A
de voorwaarde
B
de toestemming
C
de voornaam
D
zelfstandig
Slide 5 - Quizvraag
Niet later, maar ...
Slide 6 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 7 - Open vraag
Wat is dit?
A
de uitzondering
B
de toestemming
C
de voorwaarde
D
de stilte
Slide 8 - Quizvraag
Wat is goed?
A
zelfstandug
B
zelfstandig
C
selfstandig
D
selfstandug
Slide 9 - Quizvraag
Als je niet kunt, dan moet je de afspraak ...
Slide 10 - Open vraag
Afwezig zijn is ...
A
het verzuim
B
de toestemming
C
de voorwaarde
D
de waarschuwing
Slide 11 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 12 - Open vraag
Niet morgen, maar ...
Slide 13 - Open vraag
Niet 1 keer, maar heel ...
A
tenzij
B
vanmiddag
C
vroeger
D
vaak
Slide 14 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 15 - Open vraag
Een ander woord voor "het kan/het mag".
Slide 16 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Betty had vroeger blond haar.
Betty had vroeger blond haar.
Slide 17 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Tim kijkt heel vaak op zijn telefoon.
Tim kijkt heel vaak op zijn telefoon.
Slide 18 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Ik heb jou nu al drie keer een waarschuwing gegeven.
Ik heb jou nu al drie keer een waarschuwing gegeven.
Slide 19 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Zelfstandig betekent dat je het goed alleen kan.
Zelfstandig betekent dat je het goed alleen kan.
Slide 20 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Zie ik jullie vanmiddag of vanavond?
Zie ik jullie vanmiddag of vanavond?
Slide 21 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃
