Gespr Les 4 Een overleg voeren

Nederlands
Nederlands
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Een overleg voeren
  2. Verder werken in Studiereader

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les:
  • weet je wat het voeren van een overleg inhoudt;
  • weet je hoe je een overleg moet voorbereiden;
  • kun je een overleg met medestudenten voeren.

Slide 3 - Tekstslide

(werk)overleg
  • Tijdens een (werk)overleg worden vaak meerdere onderwerpen besproken. 
  • Vaak wordt op een onderwerp dieper ingegaan.
  • Er moet een probleem worden opgelost of een keuze worden gemaakt.
  • Iedereen mag zijn mening geven.
  • Je komt samen tot een oplossing of keuze. 

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een situatie waarin je een overleg hebt gevoerd. Wat was het doel van het overleg?

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer verloopt een overleg volgens jou goed?

Slide 6 - Tekstslide

Situatie

Ron en zijn collega’s hebben een werkoverleg. Een van de agendapunten is op tijd komen op het werk. Ze willen hier afspraken over maken.

Bekijk de video.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doel van het overleg?

Slide 8 - Open vraag

Wordt het doel volgens jou bereikt? Leg uit.

Slide 9 - Open vraag

Geef de deelnemers een tip voor het volgende overleg.

Slide 10 - Open vraag

Hoe bereid je een overleg voor?
Stap 1 - Je weet welke onderwerpen er besproken gaan worden. Je zorgt dat je hierover een mening gevormd hebt.

Stap 2 - Als er een probleem moet worden opgelost, ga je na welke keuzes en oplossingen er zijn. Je weegt bij elke oplossing de voor- en nadelen af.

Stap 3 - Als je oplossingen gaat aandragen, kun je deze goed uitleggen, toelichten en onderbouwen. 

Slide 11 - Tekstslide

Het overleg voeren
1. Elke deelnemer aan het overleg mag zijn oplossing/keuze toelichten.
2. Hierna worden de voor- en nadelen van deze oplossing/keuze besproken. Andere deelnemers kunnen instemmen of hier tegenin gaan.
3. Als iedereen het erover eens is dat de nadelen zwaarder wegen dan de voordelen, dan zal deze oplossing/keuze afvallen.
4. Zo worden alle voorstellen besproken. 
5. De beste oplossing/keuze wordt gezamenlijk gekozen. 



Slide 12 - Tekstslide

Voorzitter, notulist en deelnemers
  • Bij een overleg is vaak een voorzitter en een notulist.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Ik zet jullie willekeurig in breakout rooms. 
Maak van Taak 4 (Gesprekken voeren):
  • Opdracht 4
  • Opdracht 5 
  • Opdracht 6
25 minuten de tijd, daarna kom je terug in de gezamenlijke ruimte.

Slide 14 - Tekstslide