Typisch Nederlands landschap

Typisch Nederlands landschap

Denk na over een plek in je omgeving die volgens jouw typisch Nederlands is.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Typisch Nederlands landschap

Denk na over een plek in je omgeving die volgens jouw typisch Nederlands is.

Slide 1 - Tekstslide

Heb je nagedacht over een plek in je directe omgeving die typisch Nederlands is?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll




Ga naar die plek toe en maak een foto.




De foto lever je in op Learnbeat met daarbij: 
1. Wat voor plek het is.
2. Waarom het volgens jou typisch Nederlands (landschap) is.
timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 4 - Tekstslide

Typisch Nederlands landschap

Slide 5 - Woordweb

IJstijd in Nederland
NL bestaat uit dikke lagen zand, grind en klei. Door rivieren (Rijn, Maas aangevoerd in korrels naar Nederland)
Door landijs werden deze lagen als een soort bulldozer vooruit geschoven. Ontstaan heuvels van bijv. Veluwe (stuwwallen)


Slide 6 - Tekstslide

Na de ijstijd - middeleeuwen
  • Warmer > ijs smelt > zeespiegel stijgt
  • West-Nederland: ontstaan duinen door eb en vloed en wind > achter de duinen ontstonden moerassen.
  • Dode planten rotten niet weg > dikke laag > veen (spons, zuigt water op) > wordt dikker en steeg tot boven de zeespiegel. W-NL lag in de middeleeuwen hoger dan nu.
  • Mensen konden daar niet wonen.

Slide 7 - Tekstslide

IJstijd - middeleeuwen
  • Eerste mensen woonden in Limburg (hoger gelegen zandgronden)
  • Lagere deel NL niet beschermd tegen water. Rivieren veranderden steeds van plaats.
  • Mensen maakten stukken land hoger. Bijv. in Groningen of Friesland. Dit worden terpen genoemd. 
  • In terpen zijn mensen veilig voor overstromingen. Gemaakt van klei, mest en afval.

Slide 8 - Tekstslide

1000-1400
  • Klimaat veranderd opnieuw > warmer > goed voor de landbouw 
  • Meer voedsel > meer bevolking. 
  • Bisschop v. Utrecht en Graaf v. Holland wilden veengebieden gebruiken voor landbouw
  • Ontginnen
  • Boeren kregen een smal strook land > sloten zodat het water weg kon > droge grond
  • Langgerekte akkers en weilanden. Zwaar werk! Beloning: boeren waren eigenaar van een land. Vast gelegd in een contract (cope)

Slide 9 - Tekstslide

1400-1930 
Probleem met het veen! Door lucht in de grond konden de planten nu wel rotten. 
Het land daalde tot gelijke hoogte als de zee.
Water stroomde nu niet meer vanzelf vanuit sloten en rivieren naar de zee.
Met windmolens werd water naar de zee gepompt.
Veenpolders onder zeeniveau door daling.

Slide 10 - Tekstslide

1400-1930
Waddenzee breidt steeds verder uit > Zuiderzee ontstaat.
Holland dreigt onder water te lopen > land moest worden beschermd.
In kleine rivieren worden dammen aangelegd die het zeewater tegenhielden.
16e-17e eeuw: steeds meer meren droog: 
- Langs de oever wordt een ringdijk gelegd. 
- Buitenkant ringdijk wordt een ringvaart gegraven.
- Windmolens pompen het water uit de binnenkant naar de ringvaart. Droogmakerij!

Slide 11 - Tekstslide

1400-1930
  • 1930: einde dreiging Zuiderzee. 
  • Afsluitdijk scheidt de Zuiderzee en de Waddenzee. Water in Zuiderzee werd zoet. Voortaan het, het IJsselmeer. 
  • Droogmakerijen in het IJsselmeer. Droogmakerij wordt drooggehouden met een gemaal. (pomp op diesel of elektriciteit)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

nu
NAP (Normaal Amsterdams Peil)
Hoogte van land meten tov hoogte van de zee. 
Amsterdam = nulpunt. 35000 peilschalen verspreid door NL
NAP = officiële hoogte zeespiegel in Europa
Nieuwerkerk ad IJssel is het laagste punt van Nederland.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten Learnbeat 4.3B (huiswerk)
11.10 uur: exit ticket (4.3C)
11.15 afmelden meet

Slide 15 - Tekstslide