2.2 Chemische reacties

Planning §2.2
Eerste les: interactieve uitleg met LessonUp. Maak in deze les uitgebreid aantekeningen!

Tweede les: zelfstandig werken aan §2.2 en mogelijkheid tot extra instructie over deze paragraaf. 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning §2.2
Eerste les: interactieve uitleg met LessonUp. Maak in deze les uitgebreid aantekeningen!

Tweede les: zelfstandig werken aan §2.2 en mogelijkheid tot extra instructie over deze paragraaf. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
7
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een faseovergang en een chemische reactie.
L2
6
Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.
L2
8
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie.
L2
9
Ik kan uitleggen op microniveau wat er gebeurt tijdens een chemische reactie.
L2
10
Ik ken het absolute nulpunt en kan omrekenen van graden Celsius naar Kelvin en andersom.
L2
"Ga jij ze vandaag allemaal beheersen?"

Slide 2 - Tekstslide

Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Extraheren

Slide 3 - Sleepvraag

Mengen van stoffen
Als je twee stoffen bij elkaar doet kunnen er twee dingen gebeuren:
  1. Mengen
  2. Reageren
Mengen of reageren

Slide 4 - Tekstslide

Chemische reactie
Beginstoffen zijn in het begin van de reactie.
Reactieproducten ontstaan bij een reactie.

Standaardvorm van een reactieschema:
Beginstoffen --> Reactieproducten

Voorbeeld van een reactieschema

Stof A + Stof B -> Stof C + Stof D

6
Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.
L2

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken van chemische reactie
  1. De oorspronkelijke stoffen verdwijnen en er ontstaat een nieuwe stof met andere eigenschappen.
  2. De nieuwe stof is niet meer te scheiden in de beginstof (grondstof).


6
Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.
L2

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Calciumcarbide + water -> ethyn + calciumhydroxide


De begin stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Calciumcarbide + water -> ethyn + calciumhydroxide


De begin stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.

Slide 8 - Tekstslide

Chemische reactie

Slide 9 - Tekstslide

Water koken
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang

Slide 10 - Quizvraag

Hout zagen
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang

Slide 11 - Quizvraag

Een ei bakken
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang

Slide 12 - Quizvraag

Hout verbranden in kachel

A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 13 - Quizvraag

Het verwarmen van alcohol
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 14 - Quizvraag

Het zuur worden van melk
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 15 - Quizvraag

Aardappels koken
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 16 - Quizvraag

Suiker in een kopje thee oplossen
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 17 - Quizvraag

Chemische Reactie
Geen chemische reactie

Slide 18 - Sleepvraag

Sublimeren
Mengen
Chemische reactie
Scheiden
Stollen

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

Wat is het standaard reactieschema van een chemische reactie?

Slide 21 - Open vraag

Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 22 - Tekstslide

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.

0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius

Slide 23 - Tekstslide

Temperatuurschalen
  • Celsius; twee ijkpunten: 0 oC waarbij water bevriest en 100oC waarbij water gaat koken
  • Kelvin; begint bij het absolute nulpunt, hierbij bewegen de atomen niet meer. -273 oC = 0 K                   
  • In beide schalen is 1 graad even groot!

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 K
B
273 K
C
-273 K
D
0 graden Celcius

Slide 25 - Quizvraag

-10 °C = .... K
A
263 K
B
273 K
C
-283 K
D
Dit is niet mogelijk

Slide 26 - Quizvraag

Sleep de onderdelen van klein naar groot.
Dit kan niet...
50 K
-200 ºC
1450 ºC
-10 ºC
1450 K
-300 ºC

Slide 27 - Sleepvraag

VAST (s)
VLOEIBAAR (l)
GAS (g)
smeltpunt
kookpunt
stolpunt

Slide 28 - Tekstslide


Alcohol heeft een smeltpunt van -114 °C en een kookpunt van 78 °C. Welke fase heeft deze stof bij een temperatuur van -10 °C? 

Slide 29 - Open vraag


Zwavelzuur heeft een smeltpunt van 11 °C en een kookpunt van 603 K. Welke fase heeft deze stof bij een temperatuur van 350 °C? 

Slide 30 - Open vraag

Leerdoelen
7
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een faseovergang en een chemische reactie.
L2
6
Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.
L2
8
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie.
L2
9
Ik kan uitleggen op microniveau uitleggen wat er gebeurt tijdens een chemische reactie.
L2
10
Ik ken het absolute nulpunt en kan omrekenen van graden Celsius naar Kelvin en andersom.
L2
"Beheers jij ze?"

Slide 31 - Tekstslide


6
Ik kan uitleggen wat een chemische reactie is.
L2
7
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een faseovergang en een chemische reactie.
L2
8
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie.
L2
8
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie.
L2
Ik beheers ... van de 5 leerdoelen van §2.2.
9
Ik kan uitleggen op microniveau uitleggen wat er gebeurt tijdens een chemische reactie.
L2
10
Ik ken het absolute nulpunt en kan omrekenen van graden Celsius naar Kelvin en andersom.
L2
10
Ik ken het absolute nulpunt en kan omrekenen van graden Celsius naar Kelvin en andersom.
L2
A
5 van de 5
B
4 van de 5
C
3 van de 5
D
Minder dan 3 van de 5

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk
Voor de volgende les
  • Samenvatten paragraaf 2.2

Slide 33 - Tekstslide