Spelling - woorddictee

Spelling - woorddictee
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling - woorddictee

Slide 1 - Tekstslide

Pak je werkwoordschema.

Slide 2 - Tekstslide

1. Vroeger .................................................. de mensen anders dan nu.

Slide 3 - Open vraag

2. In die tijd .................................................. volwassenen veel tijd aan zwaar werk.

Slide 4 - Open vraag

3. Ook een kind .................................................. mee
met zijn ouders.

Slide 5 - Open vraag

4. Tegenwoordig .................................................. de meeste mensen maar 8 uur per dag te werken.

Slide 6 - Open vraag

5. In het weekend .................................................. ze een lange fietstocht door de natuur.

Slide 7 - Open vraag

tt - besteden
6. En een kind .................................................. nu zijn tijd aan school en spelen.

Slide 8 - Open vraag

7. Soms ................................................. ze niet naar de
juf of meester.

Slide 9 - Open vraag


8. Gisteren ................................................. mijn vader op mij.

Slide 10 - Open vraag