In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
thema 6, week 1 ch & cht
LET OP
Ik hoor g en gt, maar ik schrijf ch en cht
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf 3 woorden op waar je een -gt/g hoort en waar je een cht/ch schrijft.
Slide 2 - Open vraag
Kies telkens het juiste woord dat ontbreekt.
Slide 3 - Tekstslide
Ik heb net je ........ gelezen.
A
berigtje
B
berichje
C
berichtje
Slide 4 - Quizvraag
Mijn tante Vera is in ............
A
verwachting
B
verwagting
Slide 5 - Quizvraag
Zag je die verbaasde ........
A
gezigten
B
gezichten
Slide 6 - Quizvraag
Die vlek is zo goed als .................
A
onzigtbaar
B
onzichtbaar
Slide 7 - Quizvraag
Cor vindt die straf .............
A
onrechtvaardig
B
onregtvaardig
Slide 8 - Quizvraag
De ........... van onze club was mijn idee.
A
oprigting
B
oprichting
Slide 9 - Quizvraag
Bedankt voor de ........... paardenbloemen.
A
prachtige
B
pragtige
Slide 10 - Quizvraag
Kan ik hier ........... over de reis krijgen?
A
inligtingen
B
inlichtingen
Slide 11 - Quizvraag
Chaos in luchtvaart
Dat het een is in de Ierse luchtvaart wordt steeds duidelijker. Een willekeurige dag op de van Dublin: Een reizigers staart
bij het bord met vertrektijden. Een dikke Tsjech en zijn zwaar opgemaakte 5 willen weten wanneer de eerste 6 naar Praag is.
ch
g
1...aos
2 lu...thaven
3 meni...te
4 zenuwa...tig
e...tgenote
vlu...t
Slide 12 - Sleepvraag
7 A...ter in de hal wordt een 8 twinti...tal 9 lu...tbedden opgepompt voor mesnen die willen slapen. De 10 in die hoek wordt uitgedaan. Dan wordt 11 de vlucht naar Praag aangekondigd. De Tsjechen zijn 12 opgelu...t. Anderen hebben minder geluk.