Thema 4 BS 5 SOA's

Wat gaan we doen?

Herhaling lesstof
Uitleg SOA's
Filmpjes
Quiz vragen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

Herhaling lesstof
Uitleg SOA's
Filmpjes
Quiz vragen

Slide 1 - Tekstslide

Juist 
Onjuist
Eicellen

Gevormd vanaf de geboorte

Productie in baarmoeder

Eisprong vanaf de puberteit

Oestrogeen zorgt voor aanmaak baarmoederslijmvlies

Leeft na eisprong max. 24 uur

Per +/- 28 dagen 1 eisprong

Tot eisprong zit eicel in een blaasje: follikel

Slide 2 - Sleepvraag

Waar vindt de bevruchting plaats?

Slide 3 - Open vraag

Waar worden de zaadcellen geproduceerd?

Slide 4 - Open vraag

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen

Slide 5 - Tekstslide

Waar denken jullie
aan bij SOA's?

Slide 6 - Woordweb

Lesdoelen 
- Je  kan aangeven wat er aan hand is bij chlamydia en Aids
- aan het eind van de les weet je hoe je SOA's moet voorkomen
- aan het eind van de les weet je wat je moet doen als je toch een SOA hebt 

Slide 7 - Tekstslide

SOA
SOA is een afkorting van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen. 
Er zijn verschillende SOA's. 
Je kunt een SOA krijgen door seks met een besmette persoon. 

Een bekende SOA is AIDS en Chlaymdia.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Chlamydia
  • Bacterie
  • 2/3 vrouwen en 1/2 mannen geen klachten
  • Ontstekingen urinebuis en baarmoederhals
  • Waterige afscheiding, pijn bij plassen en vrijen
  • Onvruchtbaarheid
  • Antibiotica

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

HIV: dit is het virus wat uiteindelijk aids veroorzaakt

Seropositief: je bent besmet met het HIV-virus, maar hebt nog geen aids

Aids: je afweersysteem is aangetast

Slide 13 - Tekstslide

HIV
- Aids wordt veroorzaakt door het HIV (oftwel: het aids-virus)
-  iemand kan besmet zijn met HIV, maar toch niet ziek. Zo iemand noem je 'seropositief' 
- de meeste personen die besmet zijn met HIV, krijgen ook aids. Dit kan wel jaren duren.
- de 'Red Ribbon' is het internationale symbool voor mensen met hiv/aids.

Slide 14 - Tekstslide

AIDS
- Aids is de bekendste SOA.
- Aids tast het afweersysteem aan. 
- Daardoor kun je gemakkelijker ziektes krijgen (bv longonsteking) 
- Je overlijdt dan aan zo'n ziekte omdat je geen afweer meer hebt. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Besmetting
- Je kunt hiv binnenkrijgen via bloed, sperma en vocht uit de vagina, voorvocht uit de penis, moedermelk. 
- Drugsgebruikers die elkaars naalden gebruiken. 
- Onvoorzichtig werken in de gezondheidszorg 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hierdoor kan je GEEN aids/hiv krijgen: 
niezen
hoesten
zoenen
iemand een hand geven
elkaars bestek gebruiken
uit elkaars kopje drinken

Slide 19 - Tekstslide

genezing 
  • - Er is nog geen medicijn gevonden om hiv/aids te genezen.
  • - Wel zijn er aidsremmers. Dit zijn medicijnen die je je leven lang moet gebruiken.
  •  - Aidsremmers zorgen ervoor dat het lang duurt voordat iemand met hiv ook daadwerkelijk aids krijgt. 
  • - Aidsremmers hebben veel bijwerkingen en zijn duur. 

Slide 20 - Tekstslide

Chlamydia wordt veroorzaakt door een bacteriële infectie
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekend het als je Seropositief bent?
A
Je bent niet besmet met het HIV virus
B
je bent wel besmet met het HIV virus
C
Je beschermt jezelf tegen HIV tijdens seks
D
Je durft mensen met HIV een hand te geven

Slide 22 - Quizvraag

Van welke SOA's
kun je onvruchtbaar worden?
A
Aids, Hiv, Chlamydia
B
Chlamydia
C
Aids / Chlamydia
D
Aids / Hiv

Slide 23 - Quizvraag

Aids verspreidt zich via een virus, het meest kenmerkende aan dat virus is:
A
het tast het verdedigingsmechanisme van je lichaam aan
B
het verspreidt zich zeer gemakkelijk
C
het komt enkel voor bij mensen die zich slecht verzorgen

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag met het huiswerk


Ga naar paragraaf 4.5



maak opdracht 1, 3, 6 en 10

Slide 25 - Tekstslide