50 + 51 3F SPELLING

DEZE LES
1.  Lesdoelen
2
5. Opdrachten in Taalblokken
6. De volgende keer
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

DEZE LES
1.  Lesdoelen
2
5. Opdrachten in Taalblokken
6. De volgende keer

Slide 1 - Tekstslide

1. LESDOELEN
- je weet wanneer je een trema, koppelteken en/of  weglatingsstreepje moet inzetten;
- je weet wanneer je welke samenstelling [-en, -e, -s] inzet;
- je weet wanneer je een woord aaneenschrijft of los schrijft

Slide 2 - Tekstslide

SPELLING

Module - 1F | 2F | 3F Grammatica en Spelling
Hoofdstuk 6 | Spelling 3F

Slide 3 - Tekstslide

Trema, koppelteken en/of weglatingsstreepje (6.1)
Let op de lettergrepen. Waar ligt de klemtoon?
Orchidee - waar ligt de klemtoon?
Bacterie - waar ligt de klemtoon?
Zee - waar ligt de klemtoon?

Slide 4 - Tekstslide

Trema, koppelteken en/of weglatingsstreepje
Koppelteken.
Als je de uitspraak wilt behouden.
- aan het einde van de zin (breek af op de lettergreep)
- in een woord dat je ook anders zou kunnen uitspreken
Wildlife-eigenaarschap
Zee-egel
Bom-melding


Slide 5 - Tekstslide

Trema, koppelteken en/of weglatingsstreepje
Weglatingsstreepje

Het Nederlands is zuinig. 
Voorbeeld: koek- en zopietent. Dan weet je dat naast een koektent ook een zopietent wordt bedoeld. 

Ook: binnen- en buitenland. In- en export. Reis- en organisatieschema's. kijk- en luistergeld. 






Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen: -en, -e, -s (6.2)
Wanneer is een woord samengesteld? 
  • Zelfstandig naamwoord + zelfstandig naamwoord:
- tafel + poot = tafelpoot

  • Voorzetsel + werkwoord: 
- op + kijken = opkijken. Je kijkt op van iets. Als je ergens op kijkt, dan is juist het los van elkaar. 
- na + apen = na-apen


Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen
Wanneer is een woord samengesteld? 

  • Zelfstandig naamwoord + werkwoord: 
- stof + zuigen = stofzuigen. Ik heb ... nou?

  • Werkwoord + werkwoord: 
- zweef + vliegen = zweefvliegen. Ik heb ... nou?

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen
Maak de oefeningen!!!

Kippe-ei
Kippenei

Kijk naar het eerste deel, wat daar het meervoud van is. 


Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
Maak alle opdrachten van 6.1, 6.2, 6.3 en maak de Test jezelf 6.1 t/m 6.3

Slide 10 - Tekstslide

3. DE AFBEELDING
Functie 1: de aandacht trekken of vasthouden. 
→ Je wordt nieuwsgierig. 

Functie 2: de tekst ondersteunen of iets uitleggen wat in de tekst voorkomt. 
→ Je ziet iemand waar het in de tekst over gaat, of een tabel/grafiek met extra uitleg. Dit kan ook in een kader. 


Slide 11 - Tekstslide

4. DE MINDMAP
Dit helpt enorm als je gestructureerd wilt schrijven. Dus weet je van jezelf dat je van jouw onderwerp afwijkt, bijvoorbeeld omdat je alles interessant vindt, maak dan een mindmap van tevoren. 

► Hoe dan? 
Je zet de hoofdzaken in de ene kolom en de uitweiding ervan, de bijzaken, met voorbeelden, anekdotes, etc. in de kolom ernaast. Je verdeelt het altijd onder in inleiding/kern/slot. 

Slide 12 - Tekstslide

DE MINDMAP
► Wat komt er zoal in de mindmap?
- het onderwerp
- de hoofdgedachte (dus wat jij van het onderwerp vindt)
- de doelgroep (voor wie schrijf je dit eigenlijk?) → doelgroepgericht schrijven/spreken
- het tekstdoel. Wil je informeren? Amuseren? 

Dit lijkt op een schrijfplan, maar je kunt ook een mindmap maken. 

Slide 13 - Tekstslide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
► paragraaf 5.1 - de introductie met de leerdoelen lezen.

► paragraaf 5.2 (Lezen)
Maken: 2, 3abd, 4acd, 5ac, 6b, 12a, 13a, 14a, 15bc, 18, 23ce, 27cf. 




Slide 14 - Tekstslide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
►paragraaf 5.3 (Schrijven) - introductie lezen en de theorieën. 
Maken: 5cde, 6a, 9, 10, 12a, 13c

NB: van alle paragrafen leerlees je de woorden (woordtrainer) en de theorie. 


Slide 15 - Tekstslide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
►paragraaf 5.4 (Luisteren): introductie en theorieën. 
Maken: 3, 4, 5, 6ab, 7, 9a, 11, 12acd, 13b

►paragraaf 5.8: lesstof, woordtrainer, uitlegvideo's en de voorbereidingstoets. 'Versterk jezelf' is voor de liefhebber. 

NB: van alle paragrafen leerlees je de woorden (woordtrainer) en de theorie. 

Slide 16 - Tekstslide

6. DE VOLGENDE KEER
Gaan we door met hoofdstuk 5. 


Slide 17 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 18 - Tekstslide