comparisons (new interface)

comparisons
trappen van vergelijking 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo kLeerroute VKLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

comparisons
trappen van vergelijking 

Slide 1 - Tekstslide

Which dog is the biggest? 

Slide 2 - Sleepvraag

Which dog is the smallest? 

Slide 3 - Sleepvraag

Which dog is bigger than the smallest and smaller than the biggest? 

Slide 4 - Sleepvraag

Big
Bigger
Biggest

Slide 5 - Sleepvraag

Vergrotende trap
Korte woorden:    +er 
Lange woorden 2 of meer lettergrepen:    + more
Eindigt een woord op:
- y     
+ ier
- e
+ r
Bijvoorbeeld: 
tall - taller 
happy - happier
nice - nicer
More zet je voor het bijvoeglijke naamwoord
Bijvoorbeeld: 
beautiful - more beautiful 
expensive - more expensive
popular - more popular

Slide 6 - Tekstslide

This box is ................. (big) than that one

Slide 7 - Open vraag

Today is ...................... (cold) than yesterday

Slide 8 - Open vraag

This movie is ...................... (interesting) than that one

Slide 9 - Open vraag

Overtreffende trap
Korte woorden:    +est 
Lange woorden 2 of meer lettergrepen:    + most
Eindigt een woord op:
- y     
+ iest
- e
+ st
Bijvoorbeeld: 
tall - taller - tallest
happy - happier - happiest
nice - nicer - nicest
Most zet je voor het bijvoeglijke naamwoord
Bijvoorbeeld: 
beautiful - more beautiful - most beautiful
expensive - more expensive - most expensive
popular - more popular - most populair

Slide 10 - Tekstslide

This is the ................. (big) box we sell

Slide 11 - Open vraag

Today is the ...................... (cold) day of the week

Slide 12 - Open vraag

This movie is the ...................... (interesting) one I have seen.

Slide 13 - Open vraag

This car is .......................................than that one
A
fast
B
faster
C
fastest
D
more fast

Slide 14 - Quizvraag

Today is ......................... than yesterday.

Slide 15 - Open vraag

big
interesting

happy

tall
Prullenbak (de verkeerde)
Happier
more happy
more big
bigger
Interestinger
more Interesting
Taller
more tall

Slide 16 - Sleepvraag

In de zin te herkenen aan.....
is as .............as
the ................
is not as............as
...................than

Slide 17 - Tekstslide

This is the ............................... (sterk) superhero in the movie

Slide 18 - Open vraag

Cheetahs are ..............than Lions (snel)

Slide 19 - Open vraag

That was the ...................joke I have ever heard (grappigste)

Slide 20 - Open vraag

My phone is .......................than yours (klein)

Slide 21 - Open vraag

He is the ................. singer in the choir (luid)

Slide 22 - Open vraag

This book is ................. than the one we read last year. (interessant)

Slide 23 - Open vraag

This room is ...............than the kitchen (donkerder)

Slide 24 - Open vraag

Uitzonderingen! Leer deze uit je hoofd. 
much/many - more - (the) most
little - less - the least 
good - better - best 
bad - worse - the worst


Slide 25 - Tekstslide