Flexles verwijswoorden en verwijsfouten

formuleren 
Verwijswoorden




1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

formuleren 
Verwijswoorden




Slide 1 - Tekstslide

mannelijk, vrouwelijk of onzijdig  

de
-woorden: mannelijk of vrouwelijk
het-woorden: onzijdig 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dus
De overheid zorgt goed voor haar werknemers.

Ik hou deze radio tot hij het niet meer doet. 

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
Namen van landen, steden en clubs zijn 'het' woorden.
Ook verkleinwoorden zijn 'het' woorden.

Ajax deed gisteren goed zijn best.




Slide 5 - Tekstslide

die, dit, dat of deze
De-woorden: die of deze

Het-woorden: dit of dat

Slide 6 - Tekstslide

hen of hun 
Na een voorzetsel: hen
Ik heb die bos bloemen aan hen gegeven.
Lijdend voorwerp: hen
Ik heb hen overgeslagen.
Meewerkend voorwerp (zonder voorzetsel): hun
Ik heb hun die bos bloemen gegeven. 
Gebruik HUN nooit als onderwerp!

Slide 7 - Tekstslide

Wat

een onbepaald voornaamwoord (alles, niets, iets, het enige)
Dat is alles wat ik er nog van weet. 
een overtreffende trap
Dit is het mooiste wat ik ooit heb gezien.
een hele zin 
We hebben gisteren hard gewerkt, wat ons een voorsprong opgeleverd heeft.  


Slide 8 - Tekstslide

wie of waar
Personen -> wie
De jongen met wie jij stond te praten. 

Zaken -> waar
De hond waarmee jij aan het wandelen was.
De tas waar jij over struikelde. 

Slide 9 - Tekstslide

onduidelijk verwijzen 
- verwijzen naar iets wat niet in de tekst staat.
Er is een traphekje geplaatst, zodat ze niet van de trap kunnen vallen. 
- een verwijswoord kan betrekking hebben op meerdere antecedenten. 
Het bedrijf is al sinds 1930 in dit prachtige pand gevestigd. Het is al ruim 20 jaar in buitenlands bezit.

Slide 10 - Tekstslide

Na de omwenteling kon de Libische bevolking eindelijk middels verkiezingen ... stem laten horen.
A
Zijn
B
Haar
C
Het
D
Zij

Slide 11 - Quizvraag

Zo'n groot bedrijf zal voor ... werknemers toch wel een goede afvloeiingsregeling hebben; of heeft ... nooit over dat soort voorzieningen nagedacht?
A
haar, zij
B
hen, hij
C
zijn, het
D
zijn, zij

Slide 12 - Quizvraag

Friesland heeft ... grote meren, Emmeloord ... Poldertoren en deze Noord-Hollandse vesting heeft ... zeventiende-eeuwse verdedigingswerken om toeristen aan te trekken.
A
Hem, zijn, zijn
B
Haar, haar, zijn
C
Haar, hem, het
D
Zijn, zijn, haar

Slide 13 - Quizvraag

Onze bibliotheek gaat al ... leden voorzien van een chipkaart, waarmee ze maandelijks tien uur gratis kunnen internetten.
A
Haar
B
Zijn
C
Hem
D
Het

Slide 14 - Quizvraag

Heeft de arts ... niet verteld dat ... in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?
A
hen , ze
B
hun, hun
C
hen, hun
D
hun, ze

Slide 15 - Quizvraag

Misschien moet je maar aan ... vragen of ... je na het feest naar het station kunnen brengen.
A
hun, hun
B
hun, ze
C
hen, ze
D
hen, hen

Slide 16 - Quizvraag

Vroeg of laat zal een van ... met de waarheid voor de dag moeten komen.
A
Hun
B
Hen
C
Ze
D
Zij

Slide 17 - Quizvraag

Toen ... hem om een extra verlofdag vroegen, zei de rector tegen ... dat hij daar geen mogelijkheden voor zag.
A
Hun, hun
B
Zij, hen
C
zij, zij
D
zij, hun

Slide 18 - Quizvraag

In dat huis zouden we nog wel willen wonen, maar... hier vinden we afzichtelijk.
A
Dat
B
Wat
C
Dit
D
Die

Slide 19 - Quizvraag

De aannemer had voor de verbouwing de verkeerde kozijnen besteld, ... hem op een flinke kostenpost kwam te staan.
A
Deze
B
Dat
C
Dit
D
Wat

Slide 20 - Quizvraag

Het oude handschrift... daar tentoongesteld is, beschrijft het verhaal van ridder Walewijn en het zwevende schaakbord.
A
Dat
B
Die
C
Wat
D
Wie

Slide 21 - Quizvraag

Een voorzitter over ... zoveel mensen klagen, kan beter opstappen en zijn positie ter beschikking stellen.
A
Wat
B
Die
C
Wie
D
Dat

Slide 22 - Quizvraag

1. Elise heeft de jongen ... ze prachtige cd's cadeau kreeg, hartelijk bedankt.
A
Waaraan
B
Aan wie
C
Van wie
D
Wie

Slide 23 - Quizvraag

2. Heb je het gereedschap ... je het toilet gerepareerd hebt, bij de GAMMA gekocht of bij de Praxis?
A
Waarmee
B
Waar
C
Waaraan
D
Wat

Slide 24 - Quizvraag

3. Van de directie mocht Niels het t-shirt ... de tekst 'I'm the devil' stond, op school niet meer dragen.
A
Op wie
B
Waaraan
C
Waar
D
Waarop

Slide 25 - Quizvraag

4. Als ze de kans kreeg, las Meline stiekem alle sms'jes ... haar vriend antwoord had gegeven.
A
Waarop
B
Waaraan
C
Aan wie
D
Waar

Slide 26 - Quizvraag

0

Slide 27 - Video

Verwijsfout: oorzaken
  • Ontbrekende kennis over onzijdige woorden (het-woorden)
  • Ontbrekende kennis over mannelijke en vrouwelijke woorden (de-woorden)
  • Ontbrekende kennis over meervoudige woorden (de-woorden)
  • Ontbrekende kennis over betrekkelijke voornaamwoorden

Slide 28 - Tekstslide

Verwijsfout: 4 moeilijkheden
  1. Woordgeslacht (m/v/o/mv-de/het/zijn/haar)
  2. Hen / hun
  3. Betrekkelijk voornaamwoord (die/dat/wat/wie/welke)
  4. Verschil zaken / personen (die/wie)

Slide 29 - Tekstslide

Onduidelijk verwijzen
Als een verwijswoord verwijst naar iets wat helemaal niet in de tekst staat, is dat incorrect.
Natuurlijk is de dierenbescherming in haar nopjes met de nieuwe regels voor de veehouderij, omdat ze dan meer ruimte hebben.

Als een verwijswoord naar meerdere antecedenten kan verwijzen, is dat incorrect.
De agenten arresteerden de drugscriminelen en ze maakten een hoop stennis op straat.

Slide 30 - Tekstslide

Verbeter de foute verwijzing.
Het bestuur van de club heeft gezegd dat ze
van alle leden een bijdrage verwacht aan de activiteitendag.

Slide 31 - Open vraag

Verbeter de foute verwijzing.
De mentoren overhandigen aan hun de rapporten.

Slide 32 - Open vraag

Verbeter de foute verwijzing.
De bibliotheek heeft zijn deuren gesloten.

Slide 33 - Open vraag

Verbeter de verwijsfout.
Zij heeft een leuke buurjongen, waarop ik smoorverliefd ben.

Slide 34 - Open vraag