Onderdeel 6 Opsporen van strafbare feiten

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
BOA boek, hoofdstuk 2, onderdeel 6
De youtube video op de volgende slide.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rollen in het
strafproces herken je
uit de video?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt Art 132A WvSV over het begrip Opsporing?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is belast met het opsporen van strafbare feiten en waar staat dit?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de minister van Justitie en Veiligheid in relatie tot de opsporing?
A
Hij is leider van het onderzoek
B
Hij kan bijzondere aanwijzingen geven betreffende de uitoefening van de taken en de bevoegdheden
C
Hij stuurt de Politie aan
D
Hij bepaald de straffen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is één van de taken van het Openbaar Ministerie?
A
Het opsporen en vervolgen van strafbare feiten
B
De politie voorzien van de juiste middelen
C
Bonnen schrijven voor overtredingen
D
Zij maken van de wetten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke leden worden tot het Openbaar Ministerie gerekend?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel Procureurs-Generaal bestaat een college?
A
Minimaal 1 Maximaal 5
B
Minimaal 4 Maximaal 10
C
Minimaal 3 Maximaal 5
D
Minmaal 5 Maximaal 8

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van het college van Procureurs-Generaal?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op gebied van opsporing en vervolging heeft het college van PG een aantal aanwijzingen gegeven. Welke?
A
Hoeveel PV's er minimaal ingestuurd moeten worden
B
De aanwijzing voor binnen treden en de aanwijzing voor de opsporing
C
De aanwijzing voor inbeslagname en de aanwijzing voor de combibon
D
De aanwijzing voor inbeslagname en de aanwijzing voor de opsporing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn (Hoofd) Advocaten-Generaal?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Hoofd Officier van Justitie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de Officier van Justitie tijdens het onderzoek van een strafbaar feit?
A
Hij werkt soms samen met de politie.
B
Hij krijg bevelen van de politie om zijn werk uit te voeren
C
Hij is de leider in het onderzoek en kan bevelen geven
D
Hij schrijft het hele proces-verbaal

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van een Officier van Justitie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan de OVJ zelfstandig de beslissing nemen om de telefoongesprekken van een notaris af te luisteren?
A
Ja dat is geen probleem
B
Alleen als de politie dat ook een goed plan vindt
C
Als hij dit besproken heeft met de politiechef
D
Na toestemming van de Rechter-Commissaris

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de Hulp Officier van Justitie naast het ondersteunen van de Officier van Justitie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan elke politie ambtenaar HOVJ zijn?
A
Ja hoor geen probleem
B
Alleen in de rang van inspecteur of hoger en in het bezit van een certificaat
C
Alleen in het bezit van een certificaat
D
nee alleen hele speciale politiemensen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de
Rechter-Commisaris?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Rechter-Commissaris kan de verdachte in bepaalde gevallen in bewaring stellen, wat is dat?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan de Rechter commissaris in belang van het onderzoek aan een algemeen opsporingsambtenaar of de BOA opdragen nasporingen te doen?
A
Ja dat kan hij
B
Nee dat kan hij niet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de leden van het Openbaar Ministerie ook wel genoemd, en waarom?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.