Aandoeningen bewegingsstelsel (VP)

Pathologie skelet
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pathologie skelet

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Pathologie: Reumatische aandoeningen; 
- artrose
- reumatoÏde artritis
- ziekte van Bechterew
- fibromyalgie
- jicht
- osteoporose

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ik nog graag zou willen weten of leren is.........

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke aandoening is het gewrichtsvlies ontstoken?
A
Artrose
B
Osteoporose
C
Reumatoïde artritis
D
Osteosarcoom

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoening geeft pas klachten wanneer er ernstige complicaties optreden.
A
Artrose
B
Fibromyalgie
C
Osteoporose
D
Jicht

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoening wordt veroorzaakt door urinezuurkristallen?
A
Bursitis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Jicht

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke aandoening kunnen je wervels
aan elkaar groeien?
Normaal
Afwijkend
A
Bursitis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Artrose

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoening geeft vooral klachten in het bindweefsel en de spieren?
A
Reumatoïde artritis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Jicht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze aandoening zou ik graag uitgebreider behandelen.
Artrose
Reumatoïde artritis
Ziekte van Bechterew
Fibromyalgie
Jicht
Osteoporose
Iets anders
Niets, ik ben er wel klaar mee

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

  • Meest voorkomende reumatische aandoening aan het bewegingsapparaat
  • Achteruitgang van gewrichtskraakbeen -> vervorming van bot onder het kraakbeen -> exostose / osteofyt -> vermindering beweeglijkheid en/of beknelling van zenuwen
  • Kan in alle gewrichten optreden; vaakst in nek, onderrug, knieën, heupen, duim, vingers en grote teen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
voor artrose

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Artrose (risicofactoren)
  • Erfelijke aanleg
  • Geslacht (vrouw) en leeftijd (>45 jr)
  • R.A. of recidiverende jichtaanvallen
  • Ontwikkelingsstoornissen bewegingsstelsel
  • Trauma’s en/ of overbelasting (werk, sport, ….)
  • Overgewicht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artrose (klachten)
  • Startpijn en –stijfheid; bij bewegen na een tijdje liggen of zitten.
  • Startstijfheid vermindert/ verdwijnt na ongeveer 10 minuten. Veel mensen met artrose hebben vooral 's ochtends klachten, de eerste 10 minuten na het opstaan.
  • Kraken (crepiteren) van gewrichten bij beweging
  • Bij secundaire ontsteking van gewricht: heftiger pijn, met meer stijfheid/ bewegingsbeperking. Tevens zwelling en warmte.
  • Bij ontstaan van exostose / osteofyten; toename van bewegingsbeperking en ontstekingsrisico.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artrose (behandeling)
  • Leefstijl:                                                                                                                                                                                      - Gezond gewicht                                                                                                                                                                - Voldoende (onbelast) bewegen, evt onder begeleiding van fysiotherapeut                                
  • Ergotherapeutische hulpmiddelen (bijv. keukengereedschap, schoenen,...)
  • Pijnstilling:                                                                                                                                                                                  - PCM, NSAID (kan ook lokaal), evt. (zwakwerkende) opoioiden of corticosteroidinjecties.
  • Chirurgisch:                                                                                                                                                                                - Osteotomie (correctie van standsafwijkingen)                                                                                                   - Implantatie prothese (gewrichtsvervanging)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak reumatoïde
artritis

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis
  • Auto-immuun ziekte: Afweercellen vallen het synoviaal  membraan (= gewrichtsvlies) aan
  • Voorkeurslocaties: Gewrichten in handen, polsen, enkels, voeten. Ook andere gewrichten en/ of weefsels (spieren, pezen, bloedvaten)
  • Prevalentie (hoe vaak het voorkomt): +/- 1% van de bevolking, begint meestal op 40-50 jarige leeftijd (maar kan op elke leeftijd, ook bij kinderen ontstaan), 3x zo veel vrouwen al mannen.




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
reumatoïde artritis
(beloop, klachten/symptomen)

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis (kenmerken)
  • Symmetrische poly-artritis van met name kleinere gewrichten.
  • Chronisch, met remissies en exacerbaties. Mn tijdens exacerbaties ontstekingskenmerken (rood, warm, …..)
  • Ernst / verloop verschilt sterk tussen patiënten.
  • Mogelijk ook ontsteking in pezen, spieren of organen, en soms ook in bloedvaten of rond zenuwen.
  • Subcutane noduli/ reumaknobbels (= ontstekingen in de huid, vaak in onderarmen / handen


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis (klachten)
  • Pijn / bewegingsbeperking
  • Ochtendstijfheid (> half uur)
  • Krachtsverlies
  • Vermoeidheid
  • Algehele malaise, koorts (m.n. bij exacerbatie)
  • Veelvuldige exacerbaties leiden tot blijvende schade aan de gewrichten  -> contracturen (bewegingsbeperking) en ankylose (verstijving door benige vergroeiing van twee of meer botten).


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reumatoïde artritis (diagnostiek)
  • Met name anamnese en lichamelijk onderzoek                                      
  • Antilichamen in het bloed                                                                           
  • Ontstekingsparameters bloed                                                                          
  • Beeldvorming; röntgen

Slide 21 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Reumatoïde artritis (behandeling)
Doelen
- Pijnbestrijding, ontstekingsremming, gewrichtsbescherming, handhaving van de functie

Manieren / middelen
- Medicamenteus
                       -NSAID’s: Ibuprofen, naproxen, difclofenac
                       -Corticosteroiden: Dexamethason, prednison, triamcinolon
                       - DMARD’s: Methotrexaat, Sulfasalazine, Azathioprine
                       - Biologicals / TNF- α blokkers: Infliximab / Remicade®
- Ergotherapie en/ of fysiotherapie
- Chirurgie (schoonmaken gewricht, vastzetten gewricht)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew
Spondylitis ankylopoëtica = axiale spondyloartritis

Auto-immuunproces waardoor gewrichten in wervelkolom en bekken ontstoken raken. Gewrichten verstijven en wervelkolom gaat krom staan. 

Ziekteproces lijkt in veel opzichten wel op reumatoïde artritis, 
maar met duidelijk andere locatie in het lichaam. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew (klachten)
- Pijn en stijfheid van de (onder)rug en/of de nek (m.n. ‘s nachts en ‘s ochtends); mogelijk uitstralend naar benen.  
- Ochtendstijfheid rug duurt minimaal een uur. Pijn en stijfheid verminderen bij beweging.
- Ontstekingen van….
                   - andere gewrichten, zoals knieën, schouders en heupen
                   - pezen, met name de achillespees
                   - vinger of teen (jicht)
                   - oog (uveitis), huid (psoriasis) en/ of darm (colitis ulcerosa en ziekte van Crohn).
- Bij verstijving van borstwervels: dypnoe en verhoogd risico op pneumonie.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew (oorzaak)
Auto-immuunziekte, mogelijke mede veroorzaakt door HLA-B27 dat het afweersysteem activeert. Mogelijk dat infecties aan darmen of urinewegen ervoor zorgen dat de natuurlijke afweer die tegen dit soort infecties zich gaat richten tegen het eigen lichaam.
- 90% van de mensen met Bechterew heeft HLA-B27.  Echter, merendeel van mensen met HLA-B27 heeft geen Bechterew. (8% van bevolking heeft HLA-B27)
- HLA wordt genetisch overgedragen wordt, dus (de aanleg voor) Bechterew is  mogelijk erfelijk. 
- HLA-B27 wordt ook gezien bij zorgvragers met: psoriasis, reactieve artritis en prikkelbaredarmsyndroom (PDS).

Humaan leukocytenantigenen (HLA) zijn antigenen die aanwezig zijn op alle lichaamscellen, behalve op de rode bloedcellen. 



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew (diagnostiek)
  • Met name anamnese en lichamelijk onderzoek                               
  • Antilichamen (HLA-B27)                                                                              
  • Ontstekingsparameters bloed                                                                       
  • Beeldvorming; röntgen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew (behandeling)
Beweging
- Algemeen: wandelen, fietsen, fitness
- Specifieke oefeningen voor behoud van functie wervelkolom.
Medicatie
- NSAID’s (Non-Steriodal Anti-Inflammatory Drugs)
- TNF-α blokkers (tumornecrosefactor-alpha)
Oefentherapie
- Fysio- / Cesar / Mensendieck
Chirurgische behandeling
- Wervelkolomcorrectie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fibromyalgie

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Fibromyalgie
  • Chronisch pijnsyndroom
  • Prevalentie: 1-2%, met name vrouwen tussen de 35 en 50 jaar.
  • De belangrijkste klachten zijn pijn, stijfheid en moeheid.
  • Oorzaak nog grotendeels onbekend
  • Behandeling symptomatisch            

Slide 30 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Fibromyalgie (oorzaak/ ziekteproces)
  • Exacte oorzaak van de klachten bij fibromyalgie is onbekend. 
  • Mogelijk dat de hersenen op een andere manier omgaan met pijnsignalen. Op hersenscans worden aanwijzingen gezien voor deze theorie. 
  • In de spieren en gewrichten worden geen afwijkingen gevonden. 
  • Het lichaam raakt niet beschadigd door fibromyalgie. Wel kan de conditie achteruit gaan wanneer men minder beweegt.

Slide 31 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Fibromyalgie (klachten)
  • De belangrijkste klachten zijn pijn, stijfheid en moeheid.                                                                                              
  • Zeurende, stekende, brandende, snijdende of kloppende pijn.                                                                 Meest voorkomende plekken: Hoofd, nek, schouders, rug, borst, bekken, knieën.
  • Stijfheid van spieren en gewrichten, vooral bij lang in dezelfde houding zitten/ liggen. Mogelijk ook krachtsverlies, zwaar aanvoelen van armen of benen en/of tintelen van armen of benen. 
  • Onduidelijk of slaapstoornissen onderdeel zijn van ziektebeeld of gevolg van pijn en/of bezorgdheid. 
  • Ook relatief vaak psychische klachten, zoals somberheid/ depressie, angst/ twijfels, concentratieproblemen/ vergeetachtigheid en/of irritatie, boosheid en agressie. 


Slide 32 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Fibromyalgie (klachten)
  • De belangrijkste klachten zijn pijn, stijfheid en moeheid. Ook relatief vaak psychische klachten.

Mogelijke bijkomende problemen/ aandoeningen:
  • Prikkelbare darm met darmkrampen, buikpijn en sterk wisselende ontlasting (verstopping of juist diarree).
  • Opgezwollen handen, vingers, onderbenen of enkels.

Door kou, stress en/of hormonale schommelingen worden de klachten soms erger.



Slide 33 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Fibromyalgie (diagnostiek)
Diagnose op basis van vooral de anamnese  en uitsluiting andere oorzaken
- langer dan 3 maanden pijn;
- langer dan 3 maanden stijfheidsklachten (moeilijk op gang komen);
- langdurige klachten van pijn en stijfheid op minstens 3 verschillende plekken in het lichaam;
      - pijnplekken in het bovenlichaam en in het bekken, de billen en/of benen;
      - pijnplekken links en rechts in het lichaam (dus niet alleen aan één kant);
- last op meer dan 11 van de 18 zogenaamde 'pijnpunten' (kan per dag wisselen) 

Slide 34 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Fibromyalgie (behandeling)
Adviezen
- Blijven bewegen, pijn en vermoeidheid verergeren bij verminderde conditie; slaapproblemen en somberheid verminderen vaak door beweging.  
- Warme douche of warm bad na activiteit tegen pijn en stijfheid.
- Op tijd naar bed en blijf niet te lang liggen ’s ochtends.
- Goede lichaamshouding
- Gezonde voeding
- Met omgeving bespreken wat je wel en niet kunt doen. Vraag eventueel om stimulatie
Medicatie
- PCM tegen de pijn (soms NSAID's en/of zwakke opioïde)
- Evt. lage dosis antidepressiva bij slaapstoornissen

Slide 35 - Tekstslide

Symmetrische artritis in drie of meer gewrichten/gewrichtsgroepen, vooral in handen en voeten.
Ochtendstijfheid van een half uur of meer;
Klachten > vier weken
Subcutane noduli (reumaknobbels).

Reumafactor (RF); Bij RA bij 70% aanwezig, bij geen RA bij 5%
Aantoonbaar met oa latexfixatiestest
Anti-CCP; specifieker voor RA dan RF


Wat is de oorzaak van jicht?
A
Auto-immuunreactie
B
Infectie met de S. aureus
C
Ophoping van urinezuur
D
Infectie met een herpesvirus

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk deel van het lichaam komt jicht het vaakst voor?
A
Vingers
B
Grote teen
C
Knieën
D
Wervelkolom

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jicht
  • Urinezuurkristallen slaan neer in gewrichten en                                            veroorzaken een ontsteking. 
  • Voorkeurslocaties: basale gewricht van grote teen, daarna middenvoet, enkel, knie, pols
  • Vaak geen duidelijke oorzaak, soms onderliggende oorzaak.                                                Mogelijke oorzaken: uitdroging, nierinsufficientie,                                                     diureticagebruik, hypothyreoidie, snel werkende bijschildklier,                           bepaalde enzymdeficienties

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Jicht (beloop en behandeling)
Beloop
- Geneest in principe vanzelf na 1-3 weken; gewricht herstelt volledig.

Behandeling
Tijdens aanval
- Pijnstilling: NSAID’s, prednisolon, colchicine
Om nieuwe aanvallen te voorkomen
- Verlaging urinezuur in het bloed: allopurinol, benzbromaron (Desuric®)


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose ('botontkalking')
'Afname van kwantiteit en kwaliteit van de botmassa; minder botmassa en de aanwezige botmassa is minder verkalkt.
1/5 van de vrouwen ouder dan 55 jr heeft osteoporose

Geen symptomen, totdat er complicaties optreden.
              - (vrijwel) spontane breuken
              - inzakking van wervels --> beklemming van zenuwen


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken/ risicofactoren
osteoporose

Slide 42 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose (oorzaken)
Primaire botontkalking: ouderdom (i.c.m. hormonale verandering), familiair of onbekend
Secundaire botontkalking: door andere aandoening, bijv. reumatoïde artritis, diabetes mellitus, schildklierafwijkingen, bijnierschorsafwijking (Cushing).  

Risicofactoren
Leeftijd
Postmenopauzale vrouwen (vermindering van oestrogeen)
Medicatiegebruik; met name corticosteroiden (prednison)
Weinig beweging (vooral ook in jongere jaren)
Vit. D en/ of calciumtekort
Andere ziekten, zoals te snel werkende bijschildklier, DM en anorexia nervosa

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose (diagnostiek)
Röntgenfoto
- Breuken / inzakkingen zichtbaar maken
- Indicatie voor kwantiteit van bot
Botdichtheidsmeting (DXA-scan)
- Kwaliteit van bot meten
Bloedonderzoek
- Vitamine D

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D(E)XA-                                                                   scan                                                                                                 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose (behandeling)
Medicatie
- pijnstillers
- SERM’s (selectieve oestrogeen-                                                                                                 receptor modulatoren)
- Bijschildklierhormonen (stimuleert                                                                                         heropname calcium in de nieren)
- Vitamine D3
- Calcium
- Bisfosfonaten (vermindering botafbraak door osteoclasten)
- Andere medicatie, die botvorming stimuleert


Gezonde levensstijl
- goede voeding (m.n. vit D, calcium)
- voldoende buitenlucht (vit. D)
- voldoende lichaamsbeweging
- niet roken, matig met alcohol en caffeïne

Valpreventie/ valtraining 
- fysiotherapeut

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies