LessonUp in het kort

LessonUp
Introductie

Uitleg over de werking en gebruik van LessonUp

Zelf aan de slag

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatiemanagementHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LessonUp
Introductie

Uitleg over de werking en gebruik van LessonUp

Zelf aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Voorbereiding van een les
timer
1:30
Wat weet jij al
van LessonUp?

Slide 3 - Woordweb

Gratis versie van LessonUp. 
Wat kan wel en wat kan niet?
WEL
NIET
Sleep de onderstaande
 tekst naar het juiste vak.
synchroon lesgeven
asynchroon lesgeven
zelfstudie
Toetsen
lessen delen
lessen differentiëren

Slide 4 - Sleepvraag

  • Voorkennis activeren
  • Interactieve instructie
  • Combineer woord en beeld

Let op: met een gratis account
geef je alleen synchroon les!


Wat kun je met LessonUP?
Lesfases
  • Vooraf (voorkennis activeren)
  • Instructie (kennis verwerven)
  • Toepassing (kennis verwerken)
  • Evaluatie (afsluiten van de les)
  • Differentiatie 


Slide 5 - Tekstslide

LessonUp in de Nederlands les
- voorbeeldles met mogelijkheden

Slide 6 - Tekstslide

Ik ging fietsend naar de voetbaltraining. In deze zin staat een voltooid deelwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hij heeft een nieuwe surfplank gekregen. Wat is het voltooid deelwoord?
A
hij
B
heeft
C
surfplank
D
gekregen

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin met het voltooid deelwoord van werken.

Slide 9 - Open vraag

Maak een foto van een 'zelfstandig naamwoord'

Slide 10 - Open vraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
+
-

Slide 11 - Sleepvraag

2

Slide 12 - Video

00:10
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje

Slide 13 - Quizvraag

00:56
Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Slide 16 - Kaart


Ben je enthousiast geworden over LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Uitleg
- Hoe maak ik zelf een LessonUp?
- Uitleg over de kanalen.
- Instructiefilmpjes op Youtube kanaal

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag 

Maak zelf je eerste LessonUp die je morgen in je les kunt gebruiken. 



Slide 19 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Afspelen video
  • Tweede scherm is aan te raden
  • Studenten hebben een tweede device nodig, bv. smartphone met de app    of website.
  • Gratis versie? Alleen synchroon (afstands) onderwijs.

Slide 20 - Tekstslide

Wat neem je mee?

Slide 21 - Woordweb

Afsluiting
- LessonUp ervaren
- Instructie over LessonUp
- Een LessonUp gemaakt


Slide 22 - Tekstslide

Meer informatie over LessonUp

- Deltion College - Tegel Afstandsonderwijs



Slide 23 - Tekstslide


Was workshop leuk en nuttig?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Succes!

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje

Slide 28 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje

Slide 30 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
de moeder
B
eten
C
groot
D
het viooltje

Slide 32 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 33 - Quizvraag