Breuken: Van basis tot praktijk

Breuken: Van basis tot praktijk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Breuken: Van basis tot praktijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je breuken herkennen, vergelijken, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Slide 2 - Tekstslide

Het leerdoel moet aan het begin van de les worden genoemd.
Wat weet je al over breuken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn breuken?
Breuken zijn getallen die aangeven hoeveel delen van een geheel genomen worden. Ze bestaan uit een teller, een noemer en een streepje ertussen.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik voorbeelden om de definitie te verduidelijken.
Breuken herkennen
Breuken kunnen op verschillende manieren geschreven worden, bijvoorbeeld als gewone breuk, decimale breuk of percentage. Het is belangrijk om ze te kunnen herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Toon voorbeelden van verschillende schrijfwijzen van breuken.
Breuken vergelijken
Om breuken te kunnen vergelijken moeten ze een gemeenschappelijke noemer hebben. Daarna kun je de tellers vergelijken.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik visuele hulpmiddelen om breuken te vergelijken.
Breuken optellen en aftrekken
Breuken optellen en aftrekken kan alleen als ze een gemeenschappelijke noemer hebben. Tel of trek de tellers op en behoud de noemer.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen met het optellen en aftrekken van breuken.
Breuken vermenigvuldigen
Om breuken te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je de tellers en de noemers met elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Oefen met het vermenigvuldigen van breuken met verschillende noemers.
Breuken delen
Om breuken te delen, draai je de tweede breuk om en vermenigvuldig je. Vermenigvuldig daarna de tellers en noemers met elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Oefen met het delen van breuken met verschillende noemers.
Breuken in de praktijk
Breuken komen veel voor in de praktijk, bijvoorbeeld bij het meten van ingrediënten in de keuken of het berekenen van korting in de winkel.

Slide 10 - Tekstslide

Geef voorbeelden van waar breuken in de praktijk gebruikt worden.
Einde van de les
Bedankt voor het volgen van deze les over breuken. Vergeet niet om te oefenen met het maken van breukenopgaven!

Slide 11 - Tekstslide

Herhaal het leerdoel en moedig de studenten aan om te oefenen met het maken van breukenopgaven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.