3: oorzaken van criminaliteit



Criminaliteit





Oorzaken van criminaliteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Criminaliteit





Oorzaken van criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • examen opdrachten blz 26/27
  • even kijken naar tabellen. blz 28

  • Uitleg: risico factoren en beschermingsfactoren.

  • weektaak werken
  • Leerdoelen checken
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Risico factoren
Factoren die de kans op crimineel gedrag vergroten:

- Psychische en gedragsproblemen hebben (aangeboren eigenschappen) 
- Slechte opvoeding gehad
- Alcohol en drugsgebruik
- Groepsgedrag - groepsdruk 

Slide 5 - Tekstslide

Beschermende factoren:
Factoren die de kans op crimineel gedrag verkleinen:

- een baan hebben
- studeren
- Een relatie krijgen (geeft zekerheid)
- opgroeien in een hecht gezin 
- Sociale vaardigheden hebben (met anderen om kunnen gaan)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


aan het werk

weektaak maak 3

aan het einde van de les bespreken we 11 (blz 35)
maak deze opdracht dus als eerste


Slide 8 - Tekstslide

les 2: oorzaken criminaliteit
herhaling opdracht 11
uitleg 3.2: theorieën over criminaliteit
aan het werk
afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een theorie?
Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar crimineel gedrag. In dit hoofdstuk behandelen we theorieën die crimineel gedrag kunnen verklaren:
  • De aangeleerd gedragstheorie
  • Anomietheorie
  • Bindingstheorie
  • Rationele-keuze-theorie
  • Etikettentheorie
  • Neutraliseringstheorie

Een theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

Slide 10 - Tekstslide

Aangeleerd-gedragtheorie
Deze theorie gaat ervan uit de crimineel gedrag aangeleerd is.
  • Wanneer mensen in je omgeving (bijvoorbeeld ouders) crimineel gedrag vertonen, is de kans groter dat jij dat ook gaat doen.
  • De socioloog Sutherland bewees dat ‘brave jongeren’ door foute vrienden eerder crimineel werden.

Deze theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag nu eenmaal bestaat. 

Slide 11 - Tekstslide

De bindingstheorie
Mensen hebben bindingen met allerlei mensen. Bijvoorbeeld met familie, partner, vrienden en collega’s.
  • Omdat je je omgeving niet teleur wilt stellen, ben je minder snel geneigd crimineel gedrag te vertonen.
Mensen die minder bindingen hebben vertonen (gemiddeld) vaker crimineel gedrag.

Slide 12 - Tekstslide

Rationele-keuze-theorie
  • Volgens deze theorie kiezen mensen wat het voordeligst voor hen is. 
  • Als de pakkans klein is en het resultaat groot, dan zullen mensen eerder geneigd zijn om bijvoorbeeld iets te stelen. 

    'Gelegenheid maakt de dief.’ 

Slide 13 - Tekstslide

Etiketteringstheorie
  • Iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan krijgt soms het etiket crimineel opgeplakt.
  • Sommigen mensen die het etiket crimineel opgeplakt hebben gekregen door hun omgeving, gaan zich daar vervolgens ook naar gedragen > je doet wat er toch al van je verwacht wordt. 'Eens een dief, altijd een dief'

De overheid zorgt d.m.v. van Taakstraffen bij Bureau Halt dat jongeren die iets verkeerd doen niet  te snel een stafblad (en dus een etiket) krijgen. 


Slide 14 - Tekstslide

Anomietheorie
Volgens de Amerikaanse socioloog Merton zullen sommige mensen uit de armere milieus eerder de criminaliteit in gaan. Zelf 'de top' bereiken en voldoende verdienen om dure spullen te kopen is lastig. 
Criminaliteit is dan aantrekkelijk om rijk en succesvol te lijken. 

Slide 15 - Tekstslide

Neutraliseringstheorie
  • Volgens de neutraliseringstheorie praten criminelen hun gedrag vaak goed. 
  • Zij ontkennen dat hun gedrag crimineel is. Voorbeeld; als je zelf arm bent een rijk persoon beroven. Of iemand in elkaar slaan omdat die raar naar jou keek. 

Slide 16 - Tekstslide

Een combinatie van theorieën 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


aan het werk

weektaak maak 3




Slide 19 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van crimineel gedrag volgens de aangeleerd gedragstheorie van Sutherland?
A
Dat iemand als kind te veel door zijn ouders is gestraft.
B
Dat iemand met strafbare middelen zijn levensdoelen wil bereiken.
C
Dat mensen moeite hebben om hun driften te beheersen.
D
Dat mensen gevoelig zijn voor foute vriendjes.

Slide 20 - Quizvraag

Welke theorie?
Bij Simon thuis staan altijd zakken vol spullen, meestal zijn het horloges maar soms ook sloffen sigaretten. De vader van Simon zegt dat deze 'van de vrachtwagen zijn afgevallen'. Toen Simon op school probeerde een aantal horloges door te verkopen moest hij met de directeur en de wijkagent gaan praten
A
Anomietheorie
B
Rationele-keuze-theorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 21 - Quizvraag

Marcia reed dronken in haar auto. Toen de politie haar staande hield zei ze: “Ik rijd juist beter als ik gedronken heb.” Welke theorie verklaart dit criminele gedrag?
A
De etikettentheorie
B
De rationele-keuze-theorie
C
De neutraliseringstheorie
D
De bindingstheorie

Slide 22 - Quizvraag

Welke theorie?
Davey woont op een woonwagenkamp. Hij wordt regelmatig uitgescholden door kinderen uit het dorp. Davey wilde zijn best doen op school maar denkt soms dat mensen hem nooit voor vol aan zullen zien.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 23 - Quizvraag