Les 1 - spreekvaardigheid

Welkom!
  • Je hebt net van mij een blaadje gekregen bij binnenkomst. Schrijf daar alvast het volgende op, vóórdat ik de les begin:
  • Schrijf linksboven  non- verbale communicatie en rechtsboven verbale communicatie op. 
  • Bedenk dan voor jezelf wat het verschil is en schrijf dit op het papiertje. 
  • Noem 2 voorbeelden van non-verbale communicatie. 



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Je hebt net van mij een blaadje gekregen bij binnenkomst. Schrijf daar alvast het volgende op, vóórdat ik de les begin:
  • Schrijf linksboven  non- verbale communicatie en rechtsboven verbale communicatie op. 
  • Bedenk dan voor jezelf wat het verschil is en schrijf dit op het papiertje. 
  • Noem 2 voorbeelden van non-verbale communicatie. 



Slide 1 - Tekstslide

Non- verbale communicatie en verbale communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik ken het verschil tussen non-verbale communicatie en verbale communicatie.
  • Ik kan mijn non-verbale communicatie aanpassen aan het doel  van mijn presentatie: overtuigen.
  • Ik kan mijn taalgebruik (verbale communicatie) aanpassen aan het doel van mijn presentatie: overtuigen.
  • Ik kan een goed  begin (kop), midden (romp) en slot (staart) maken voor een speech. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Non-verbaal: maak aantekeningen, straks ga je ze gebruiken!




Hoofd:
- oogcontact, maar ook knijpen met je ogen, groter maken 
- mond
- positie van je hoofd, schuin, recht 
- stem: spreektempo, volume, klank 
Lijf:
Gebruik van je handen
Gebruik van je schouders,rug : gebogen rug, schouders recht of juist naar voren?








Slide 5 - Tekstslide

Non verbale communicatie
-Gebruik van je armen: gekruist, open, gesloten
- Gebruik van je benen: zit je, sta je, zijn je benen gekruist, sta je stevig.

Slide 6 - Tekstslide

Verbale communicatie 
Manier van uitdrukken in woorden en geluiden.

  • Let op wie je publiek is




Slide 7 - Tekstslide

HELD OF BOEF? 
Wat gaan we doen?
Jullie gaan een speech houden. Waarom iemand een held of een boef is:  (zie volgende slide)
- Ik verdeel jullie in groepjes van 4 
- Jullie krijgen van mij een stencil en gaan aan de opdracht. Een van jullie groepje gaat 1 minuut een speech houden. Ik kies die persoon uit, dus iedereen moet goed opletten en meedoen. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Speech: boef of held?
- Eén van jullie groepje gaat nu presenteren. Mag niet langer en niet korten dan 1 minuut duren.
- De andere groepen gaan kijken naar non-verbale communicatie en verbale communicatie. Ik geef de toehoorders een specifieke kijkopdracht: waar ga jij opletten?
- 1 iemand is de tijdbewaker, die drukt op de bel als er 1 minuut voorbij is.  
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik ken het verschil tussen non-verbale communicatie en verbale communicatie.
  • Ik kan mijn non-verbale communicatie aanpassen aan het doel  van mijn presentatie: overtuigen.
  • Ik kan mijn taalgebruik (verbale communicatie) aanpassen aan het doel van mijn presentatie: overtuigen.
  • Ik kan een goed  begin (kop), midden (romp) en slot (staart) maken voor een speech. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Dank jullie wel!

Slide 16 - Tekstslide