Via Vervolg 1F Deel A Thema 2 H3 Lezen

Thema 2 H3 Lezen

Tekstdoel

Een schrijver heeft altijd een bedoeling met zijn tekst. Je noemt de bedoeling van de schrijver het tekstdoel. De belangrijkste tekstdoelen zijn:

- informeren

- instrueren

- overtuigen

Tekstdoel informeren

ALs de schrijver de lezer informatie geeft over een bepaald onderwerp, noem je dat informeren.

- etiketten informeren je over de inhoud van een product

- een folder van het voedingscentrum geeft informatie over gezond eten

Tekstdoel instrueren

Als de schrijver uitlegt hoe je iets moet doen, noem je dat instrueren. 

- een recept hoe je een recept moet bereiden

- een gebruiksaanwijzing bij een keukenmachine

Tekstdoel overtuigen

Als een schrijver de lezer wil laten geloven dat zijn mening juist is, noem je dat overtuigen. 

De schrijver wil met argumenten aantonen dat hij gelijk heeft. Een argument is de reden waarom je iets vindt.

- een recensie op de website van een restaurant

- een journalist vertelt in de krant dat iedereen vegetariër moet worden 

Tekstsoorten

Er bestaan verschillende soorten teksten. Dit noem je tekstsoorten. Elke tekstsoort heeft een tekstdoel. Het tekstdoel en de keuze voor een tekstsoort staan met elkaar in verband. 

Tekstsoorten

- tekstdoel informeren: nieuwsbericht (in de krant)

- tekstdoel instrueren: gebruiksaanwijzing (van een oven)

- tekstdoel overtuigen: beoordeling (van een kookprogramma)

doelgroep

Een schrijver schrijft een tekst altijd voor een bepaalde doelgroep. De doelgroep is de groep mensen voor wie de tekst is geschreven. 

doel, soort, doelgroep

- informeren - folder - vmbo-leerlingen

- overtuigen - boze brief over slechte kwaliteit van het eten in een verzorgingstehuis - koks in de keuken van het verzorgingstehuis

- instrueren - gebruiksaanwijzing babyvoeding - vader, moeder en verzorgers van baby's 

Maken

Maak de opdrachten 1 t/m 8

blz. 126-142