Boekdoos klas 1

Fictie opdracht
Boekdoos

Klas 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Fictie opdracht
Boekdoos

Klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Schoenendoos
Voor deze opdracht heb je een schoenendoos nodig.
Je gaat namelijk een boekendoos maken over het boek dat je hebt gelezen.

We werken zowel tijdens de lessen als thuis aan deze opdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

De opdracht
  • Je schrijft een samenvatting over het boek. 
  • Je schrijft je mening over het boek. Onderstreep de beoordelingswoorden.
  • Je zoekt voorwerpen uit het boek en stopt die in de doos. 
  • Per voorwerp maak je een kaartje met een citaat en uitleg. 

Slide 3 - Tekstslide

Doel

Je laat de inhoud van je gelezen boek zien door middel van het maken van een boekdoos.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1 Lees een boek

Het boek moet geschreven zijn voor jongeren van jouw leeftijd. Als je twijfelt, laat de docent dan voordat je begint met lezen het boek zien. 

Slide 9 - Tekstslide

Lezen voor de lijst
Je mag een boek kiezen uit de bibliotheek hier op school, je mag ook een boek meenemen van thuis. 

De volgende boeken kan je bij de bibliotheek in bijvoorbeeld Heerenveen lenen, klik hier

Kies vervolgens: Lezen voor school en dan naar Lezen voor de lijst 12-15 jaar
Je kan kiezen voor niveau 1 tot en met 4. Van makkelijk naar moeilijk. Elk niveau is toegestaan. 

Slide 10 - Tekstslide

Stap 2 Maak een samenvatting
Maak een korte samenvatting van de inhoud van het boek in Word (Arial 12). De onderstaande onderwerpen komen aan bod. 

- Wie is de hoofdpersoon?
- Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
- Hoe loopt het verhaal af?


De samenvatting moet minimaal 150 en mag maximaal 550 woorden bevatten.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting schrijven
1. Kort maar krachtig
De grootste open deur in samenvatting-land, maar oh-zo-belangrijk: hou het kort! Een te lange samenvatting is funest voor je werk, en zonde van de moeite. Zorg dat je een beknopte, maar volledige weergave van het boek/de toetsstof schetst. Details zijn een no-go, dus laat ze achterwege!

2. Wees objectief
Het lijkt simpel, maar dat is het lang niet altijd: zorg dat je neutraal blijft. Vertel alleen de feiten, niks daaromheen. Je eigen mening telt in een samenvatting gewoon niet, punt. Blijf dicht bij de tekst en hou het zakelijk.












Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting schrijven
3. Formuleer vragen
Geen flauw idee hoe je moet beginnen? Stel jezelf dan vragen. Voor een samenvatting van een roman kun je de vier W’s goed gebruiken: Wie is de hoofdpersoon? Waar speelt het verhaal zich af? Wanneer speelt het verhaal zich af? Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen? Zorg dat deze vragen in ieder geval beantwoord worden. Vergeet behalve de hoofdpersoon niet ook alle belangrijke bijpersonen in je samenvatting te verwerken.

Ook voor toetsstof (bijv. aardrijkskunde of geschiedenis) kunnen zulke vragen soms van pas komen. Welke personen worden in de stof genoemd, welke plaatsen zijn belangrijk, welke data moet je onthouden, welke ontwikkeling vindt plaats?

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting schrijven
Leertip: voor het samenvatten van stof uit een schoolboek kan het handig zijn om elke alinea in één of twee zinnen samen te vatten. Vaak kun je ook de zogenaamde ‘kernzin’ (= belangrijkste zin) van elke alinea overnemen. Vaak is dit de eerste of de laatste zin van de alinea.
 
4. Maak het niet te ingewikkeld
Je hoeft echt niet alle hersenspinsels van hoofdpersoon Jantje te beschrijven voor hij eindelijk besluit Marietje verkering te vragen. Zeg gewoon dat het gebeurt (en wat haar antwoord was natuurlijk). Kies voor de makkelijke weg en maak het niet te ingewikkeld. Als je je samenvatting aan je moeder/beste vriend/cavia voorleest, moeten zij gewoon snappen hoe het verhaal verloopt. Ze moeten een globaal idee hebben van de inhoud van het boek, meer niet.


Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting schrijven
5. Begin en einde
Niet onbelangrijk: zorg in het geval van een leesboek ervoor dat je samenvatting een duidelijk begin en een einde heeft. Een boek heeft dat immers ook. Als je boek een open einde heeft, kun je je samenvatting ook best met een vraag afsluiten, bijvoorbeeld: "Maar zal het uiteindelijk toch nog goedkomen tussen Marietje en Jantje?"

6. Check!
Last but not least: de controle. Een samenvatting is een typische opdracht die je moet blijven nalezen en bijwerken. Controleer of je samenvatting geen nieuwe informatie bevat (dingen die niet uit de originele stof of het boek komen) of de onderdelen logisch op elkaar aansluiten (als dit ergens niet het geval is, waarom is dat zo? Ontbreekt er een oorzaak of bepaalde motivatie?), of alle belangrijke personen en gebeurtenissen genoemd worden, en ook op spel- en taalfouten.
Kijk goed of je informatie kunt weglaten, zeker als je samenvatting voor je gevoel te lang is. Samenvatten is een kunst, maar als je kritisch blijft, je tekst blijft nalezen, schrappen, bijwerken, controleren en je aan deze regels houdt, komt alles goed. Succes!

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3 Geef jouw mening
  • Wat vond je van het boek? Waarom vond je dat? Wat vond je leuke stukken? Wat minder leuke? Waarom? Zou je dit boek aanraden aan klasgenoten? Waarom wel of niet?


  • Gebruik beoordelingswoorden. Onderstreep of arceer deze. 


  • Je eigen mening moet uit ongeveer 100 woorden bestaan.

Slide 16 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
Om een oordeel te kunnen 
geven maak je gebruik van 
beoordelingswoorden.


Slide 17 - Tekstslide

Stap 4 Spelling
Zorg ervoor dat jouw opdracht in Word er netjes uitziet. Er wordt gelet op spelling (werkwoorden) en interpunctie (dit is het gebruik van leestekens, zoals komma's, punten enzovoort). 

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. 

Slide 18 - Tekstslide

Stap 5 Voorwerpen


Verzamel tien voorwerpen die een belangrijke rol in het verhaal spelen volgens jou. Aan elk voorwerp bind je een kaartje. 

Voorkant kaartje: schrijf waarom jij dit voorwerp belangrijk vindt in het verhaal. 

Achterkant kaartje: schrijf een citaat (letterlijke zin) uit het boek waarin dit voorwerp wordt genoemd. Zet het nummer van de bladzijde uit het boek erbij.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 6 De doos
Op de deksel (bovenkant) komt een plaatje van je boek.

Binnen in de deksel komt de samenvatting en je mening. 

De rest van de doos versier je in het thema van je boek. 

In de doos komen de tien voorwerpen.

Slide 20 - Tekstslide

Stap 7 Naam en klas


Schrijf ook je naam en klas op het deksel van de boekdoos.

Slide 21 - Tekstslide

Stap 8 beoordeling

We beoordelen de dozen gezamenlijk tijdens de les. Hiervoor gebruiken we een beoordelingsformulier. Zie laatste dia's.

Het cijfer telt één keer mee. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Maak voor je jezelf een planning
Bijvoorbeeld
Week 36 - Keuze boek
Week 40 - Samenvatting maken
Week 41 - Mening schrijven
Week 42 - Vakantie
Week 43 - Voorwerpen zoeken
Week 44 - Inleveren (eerder mag ook)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Heel veel succes!

Slide 27 - Tekstslide