Voegwoorden en samengestelde zinnen

Voegwoorden en samengestelde zinnen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voegwoorden en samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
  •  Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.
  • Hij is gevallen.    Hij moet naar het ziekenhuis.
  • Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm

Kenmerken van de persoonsvorm:

  • Het is altijd een werkwoord
  • Aan de persoonsvorm kun je zien in welke tijd de zin staat en je kunt zien of het om één of meer personen/dingen gaat.


Hoe vind je de persoonsvorm dan?

  • De vraagproef; de pv komt vooraan de vraagzin te staan.
  • De tijdproef; de pv verandert mee als de tijd van de zin verandert.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee persoonsvormen in 1 zin
In één zin kunnen dus meerdere persoonsvormen staan. Dit is een samengestelde zin.

  • VB: "Ik kwam kletsnat op school, want het regende keihard."

  • In deze zin heb je twee persoonsvormen, namelijk kwam en regende.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de twee persoonsvormen van de zin op,
onder elkaar in kleine letters.

Ali had zijn huiswerk voor Engels niet gemaakt, omdat hij het afgelopen weekend moest werken.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Als de leerlingen van M1a geen huiswerk maken, leren ze de taal niet zo snel.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?

Ik hoop dat hij mij morgen naar school brengt.
A
Ik + hoop
B
hoop + morgen
C
hoop + brengt
D
hij + brengt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een samengestelde zin heeft minimaal twee persoonsvormen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen twee persoonsvormen, plaats je een komma
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Doordat het gestormd had, lagen er veel takken op de weg.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de twee persoonsvormen van de zin op.

Als je te hard op de snelweg rijdt, word je soms geflitst.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen Woordvolgorde
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. 

  • Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.

  • Iedereen viert feest. Het is bevrijdingsdag.
  • Iedereen viert feest, omdat het bevrijdingsdag is.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf op:
Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.
De zinsvolgorde blijft hetzelfde
en - maar - of - want - dus

  • Bij deze voegwoorden verandert de woordvolgorde in de zinnen niet. Bij andere voegwoorden vaak wel.
  • Hij is erg aardig, maar hij kan ook heel boos worden.
  • Wil je koffie, of wil je thee?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Morgen kom ik wat later op school, want moet ik eerst naar de tandarts.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke zin klopt de woordvolgorde?
A
Toen ons elftal won, wij begonnen allemaal te juichen.
B
Meneer Jansen trakteert vandaag, want is hij jarig.
C
Nadat ik me gedoucht heb, ga ik ontbijten.
D
Lynn speelt gitaar, terwijl Tom speelt de bas.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Daans ouders gaan dit jaar niet op vakantie, omdat ze hun huis gaan verbouwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, winnen wij de lotto.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een zin met twee of meer persoonsvormen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een zin met één van de volgende voegwoorden: omdat, zodat, als, terwijl, hoewel, zodat, nadat, tenzij

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een zin met één van de volgende voegwoorden: omdat, zodat, als, terwijl, hoewel, zodat, nadat, tenzij

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- samengestelde zinnen herkennen
- meerdere pv's uit de zin halen
- voegwoorden herkennen
- samengestelde zinnen maken
Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies