Blok 1 Milieu en milieuproblemen

Milieuproblemen in de Wereld

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Milieuproblemen in de Wereld

Slide 1 - Tekstslide

Mileuproblemen in soorten en maten.
  • In leefomgeving bestaan kringlopen waarin stoffen steeds weer op dezelfde plaats terugkomen. 
  • Natuurlijk evenwicht = de toestand waarbij de natuur zelf zijn afvalstoffen opruimt en tekorten aanvult. 
  • Als dit evenwicht verstoord is, ontstaan milieuproblemen: 
    - vervuiling
    - aantasting
    - uitputting

De (lange) kringloop van het water.

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten milieuproblemen
  1. Milieu-vervuiling : het milieu als afvalbak met veel schadelijke stoffen.
  2. Milieu-uitputting : Opraken van natuurlijke voorraden (zoals gas/olie/steenkool)
  3. Milieu-aantasting: grote veranderingen in landschappen en ecosystemen (zoals verwoestijning)

Slide 3 - Tekstslide

Milieuvervuiling
Vervuiling is een milieuprobleem dat ontstaat als de mens te veel stoffen in het milieu brengt die er niet in thuishoren. 
We kennen: 
  • bodemvervuiling
  • watervervuiling 
  • luchtvervuiling
Het oppervlaktewater (water in sloten en meren)  raakt vervuild. 


Uitputting = als van een grondstof te veel uit de natuur wordt gehaald, raakt deze op.
fossiele brandstoffen uit de bodem
vis uit de zee
bomen uit het regenwoud waardoor ook soorten planten en dieren verdwijnen.

Quotum = afgesproken hoeveelheid die mag worden geproduceerd. Bijvoorbeeld: hoeveelheid te vangen vis.

Bodemerosie = Het verdwijnen van vruchtbare grond door regen of wind. Bijvoorbeeld door het kappen van regenwoud.









 

Slide 4 - Tekstslide

Uitputting 
Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die zijn ontstaan uit afgestorven planten en dieren zoals steenkool, aardolie en aardgas.
Doordat er te veel grondstoffen uit de natuur worden gehaald, raken deze op: 
  • fossiele brandstoffen uit de bodem 
  • vis uit de zee 
  • bomen uit het regenwoud waardoor de biodiversiteit verstoord raakt en bodemerosie ontstaat.  Erosie houdt in dat vruchtbare grond wegspoelt of waait.

Quotum = afgesproken hoeveelheid die mag worden geproduceerd of gevangen. 
 

Slide 5 - Tekstslide

Aantasting 
Naast milieuvervuiling kennen we ook aantasting van het milieu. Bij aantasting wordt het milieu niet vervuild maar wel verstoord door bijvoorbeeld geluidsoverlast, verlichting van steden en wegen of thermische vervuiling

Versnippering houdt in dat  het leefgebied van dieren  in stukken wordt gedeeld door de aanleg van huizen, wegen en industrie.
 
Door aantasting neemt de biodiversiteit  (het aantal verschillende soorten planten en dieren) in een gebied af.  
 
Waarom heeft de wereld te maken met milieuproblemen? 

Slide 6 - Tekstslide

Het broeikaseffect
De atmosfeer is  laag lucht die om de aarde zit.
De atmosfeer bestaat uit 78% stikstof, 21% zuurstof en 1% andere gassen waaronder koolstofdioxide.

Het broeikaseffect is het verschijnsel dat bepaalde gassen in de atmosfeer zonnestralen wel doorlaten, maar juist warmte vasthouden. 


Slide 7 - Tekstslide

Het broeikaseffect
Gevolg opwarming >>zeewater zet uit en ijs op de polen en gletsjers smelt >> zeespiegel stijgt.
Het wordt warmer op aarde 
door: 
  • verbranding van fossiele brandstoffen >> meer koolstofdioxide in de atmosfeer >>versterkt broeikaseffect. 
  •  de stand van de aardas 
  • en de activiteit van de zon.

Gevolg:  opwarming >> zeewater zet uit en ijs op de polen en gletsjers smelt >> zeespiegel stijgt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht

Stel je voor! Jij werkt voor Greenpeace (of een andere milieuorganisatie) en je bent uitgekozen om een nieuwe campagne te starten.  

 

TL: Bedenk voor welk milieuprobleem jij je zou willen inzetten. Maak een poster waarmee jij hiervoor aandacht wilt vragen. Let vooral op de vormgeving! 

 

HAVO: Bedenk voor welk milieuprobleem jij je zou willen inzetten. Maak een poster waarmee jij aandacht wilt vragen voor jouw onderwerp. Deze moet inhoudelijk goed zijn! 

 

VWO: Bedenk voor welk milieuprobleem jij je zou willen inzetten. Maak hiervan een infochart waarmee jij aandacht wilt vragen voor jouw onderwerp. 

Slide 11 - Tekstslide

Het broeikaseffect
Het warm worden van de aarde noemen we het broeikaseffect.
Sinds de industriële revolutie verbranden mensen steeds meer steenkool, aardolie en aardgas. Dit zijn fossiele brandstoffen. Hierdoor komt er extra CO2 in de lucht en wordt er meer warmte in de dampkring vastgehouden.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht

Je gaat informatie bekijken over het broeikaseffect. Vervolgens maak je zelf een aantekening van max 10 regels.

Een bijpassende tekening hoort hierbij.  

Slide 13 - Tekstslide