Hoofdstuk 3 paragraaf 2


Hoofdstuk 3 Stoffen




Paragraaf 3.2 
Veiligheid en milieu
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 3 Stoffen




Paragraaf 3.2 
Veiligheid en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Een steentje van 10 cm3 heeft een massa van 20 gram.
Wat is de dichtheid?
A
30 g/cm3
B
200 g/cm3
C
0,5 g/cm3
D
2 g/cm3

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Werkwijze les
1) LessonUp doornemen

2a) Opgaves 22 en 23 samen
        

2b) Maken hoofdstuk 3 paragraaf 2
           Start vanaf vraag 18



15 minuten

10 minuten



Klaar --> paragraaf 2 alle veiligheidspictogrammen uit je hoofd gaan leren. Ook pictogrammen van hoofdstuk 1 paragraaf 2.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je leert welke gevaren stoffen kunnen hebben voor mensen en voor het milieu.
  • Je kent enkele veiligheidspictogrammen.
  • Je kunt uitleggen wat recyclen is. Ook een ander woord voor recyclen. Daarnaast enkele voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Veiligheids-pictogrammen

Sinds een aantal jaar hebben we nieuwe pictogrammen. Vroeger waren de oranje, tegenwoordig hebben ze een rode rand. 

Slide 7 - Tekstslide

Reinigingsmiddelen
Schoonmaakmiddelen kunnen ook gevaarlijk zijn. Bleekwater met chloor is irriterend en spiritus is licht ontvlambaar. Op schoonmaakmiddelen zie je daarom ook pictogrammen staan. 

Slide 8 - Tekstslide

Niet-officiële pictogrammen
Niet mengen.
Deze stof niet in combinatie met andere stoffen gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide


Wat betekent dit pictogram
A
ontvlambaar
B
corrosief
C
explosief
D
schadelijk

Slide 10 - Quizvraag


Wat betekent dit pictogram
A
giftig
B
corrosief
C
milieugevaar
D
schadelijk

Slide 11 - Quizvraag


Wat betekent dit pictogram
A
brandbevordend
B
corrosief
C
ontvlambaar
D
explosief

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Stoffen en veiligheid
Inslikken: ammonia, bleekmiddel
                   (beschadiging van de slokdarmen en
                    maag)
Aanraken: ammonia, insecticiden en bleekmiddel
                    (De huid kan beschadigen
                     of de stoffen kunnen via de huid in je
                     lichaam terecht komen)

Slide 14 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Inademen:  koolstofmonoxide (kolendamp)
                   Komt vrij bij CV ketels gashaarden en geisers.  
                   Je kunt het niet ruiken.
                   Is dodelijk.
 
                   aardgas 
                   Is geurloos.
                   Er wordt een geurtje aan toegevoegd zodat je                                             gewaarschuwd wordt. 

Slide 15 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Inademen: verf
                     Bij sommige soorten verf en lijm komen
                     schadelijke dampen vrij.
                     Een goede ventilatie is belangrijk.

                     
                     Chloor in combinatie met zuur.
                     (chloorgas)
                     Meng nooit verschillende stoffen.


Slide 16 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Brand en explosie gevaar:

benzinedamp,                                    terpentine, 
spiritus, 
aardgas.

na een gasexplosie

Slide 17 - Tekstslide

ammonia is schadelijk bij
A
inslikken
B
aanraken
C
inademen
D
inslikken en aanraken

Slide 18 - Quizvraag

aardgas is schadelijk bij
A
inademen
B
aanraken
C
brand en explosiegevaar
D
inademen en brand en explosiegevaar

Slide 19 - Quizvraag

Welke stoffen mag je niet mengen
A
ammonia en Spiritus
B
chloor en azijn
C
Ammonia en chloor
D
chloor en spiritus

Slide 20 - Quizvraag

Dosis
De hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt heet de dosis. Bij een te kleine dosis werken medicijnen niet goed. 
Bij een te grote dosis kunnen medicijnen schadelijk voor je lichaam zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Dosis

Slide 22 - Tekstslide

Wat zou de aanbevolen dosering voor jouw leeftijd van Advil liquidcabs zijn?
A
Niet gebruiken
B
3x per dag 1
C
3x per dag, minimaal 6-8 uur er tussen
D
6 tot 8 doseringen per dag

Slide 23 - Quizvraag

Wat moet je doen als je dit middel langer dan 3 dagen moet gebruiken?

Slide 24 - Open vraag

Hergebruik of recycling
Bij hergebruik gebruik je producten in hun eigen functie opnieuw. De bank in het leerhuis is ooit door iemand naar de kringloop gebracht, en nu gebruiken wij hem weer. 

Bij recycling geef je oude producten een nieuwe functie. Dus van oude plastic flessen worden nieuwe elektriciteitsbuizen gemaakt. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Afval
De productie van afval is de afgelopen 60 jaar enorm toegenomen.

Slide 27 - Tekstslide

Afval
Verschillende soorten afval

Slide 28 - Tekstslide

Voordeel hergebruik & recycling?

  • schonere wereld;
  • daling van afval & afvalkosten;
  • minder nieuwe grondstoffen nodig;
  • minder aardolie nodig;
  • minder landbouwgrond nodig (meer ruimte voor voedsel productie);
  • daling uitstoot van broeikasgassen.

Slide 29 - Tekstslide

Verwerking van Afval
recyclen.
Recyclen is van afval bruikbare producten maken.
Afval gescheiden inzamelen.
Glas --- nieuw glas
Papier---- nieuw papier
Plastic----- vuilniszakken, tuinplanken/paaltjes.
Groente fruit en tuinafval-----compost (mest)
Textiel---- papier
Klein chemisch afval. (niet herbruikbaar)
grof vuil (niet herbruikbaar)
Elektrische apparaten
Restafval (niet herbruikbaar)
Metaal(auto’s)---- blik, nieuwe auto’s

Slide 30 - Tekstslide

Werkwijze les
1) LessonUp doornemen

2a) Opgaves 22 en 23 samen
        

2b) Maken hoofdstuk 3 paragraaf 2
           Start vanaf vraag 18
           



15 minuten

10 minuten



Klaar --> paragraaf 2 alle veiligheidspictogrammen uit je hoofd gaan leren. Ook pictogrammen van hoofdstuk 1 paragraaf 2.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je leert welke gevaren stoffen kunnen hebben voor mensen en voor het milieu.
  • Je kent enkele veiligheidspictogrammen.
  • Je kunt uitleggen wat recyclen is. Ook een ander woord voor recyclen. Daarnaast enkele voorbeelden.

Slide 34 - Tekstslide