In het gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk
A
voor 1 iemand het gunstigst is
B
voor beiden personen het gunstigst is
C
voor beiden personen niet het gunstigst is
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
In het gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk
A
voor 1 iemand het gunstigst is
B
voor beiden personen het gunstigst is
C
voor beiden personen niet het gunstigst is
Slide 1 - Quizvraag
Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want er is geen betere optie beschikbaar
B
Ja: Zara geen korting en H&M wel korting (20;30) is beter
C
Ja: Zara wel korting en H&M geen korting (35;15) is beter
D
Ja: beiden geen korting geven (25;20) is beter
Slide 2 - Quizvraag
Lesdoelen
Weten wat een constantewaardenspel inhoudt. Weten wat verzonken kosten zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Specifieke investering
Verzonken kosten ontstaan als er sprake is van een specifieke investering; dat is een investering die niet teruggedraaid kan worden en alleen opbrengsten kan genereren als deze gebruikt wordt waarvoor hij bedoeld is.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
A
Constante waardenspel
B
Economiespel
C
Gevangenendilemma
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een gevangenendilemma en het constantewaardenspel?
Slide 12 - Open vraag
Lesdoelen
Weten wat een constantewaardenspel inhoudt. Weten wat verzonken kosten zijn.
Slide 13 - Tekstslide
In welke mate is het lesdoel behaald?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 14 - Quizvraag
Heb je nog vragen en/of onduidelijkheden?
Slide 15 - Open vraag
Huiswerk
Digitaal maken vraag 1 t/m 15 hoofdstuk 3 module 5.