Straattaal

Straattaal
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Straattaal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar denk je aan bij straattaal?

Slide 3 - Woordweb

Woorden

Slide 4 - Woordweb

Lesdoel
  • Aan het einde van de les weten jullie wat straattaal is.

  • Aan het einde van de les weten jullie waar straattaal vandaan komt.

  • Aan het einde van de les kennen jullie nieuwe woorden uit de straattaal.

  • Aan het einde van de les kunnen jullie verschillende strategieën toepassen om achter de betekenis van een woord te komen.

Slide 5 - Tekstslide

Straattaal
  • Jongerentaal
  • Mengsel van verschillende talen (Nederlands, Engels, Papiaments & Turks)
  • To hustle --> hosselen
  • Gaat met de tijd mee

Slide 6 - Tekstslide

Waarom praten jongeren straattaal?
  • Codetaal
  • Verbondenheid
  • Straattaal kent geen regels

Slide 7 - Tekstslide

Wat als je niet weet wat het woord betekent?
  1. Afleiden uit de context
  2. Zoek naar een bekend woorddeel
  3. Zoek het op in een woordenboek (straattaalwoordenboek.nl)
  4. Vraag of iemand anders het wel weet

Slide 8 - Tekstslide

Fissa
Fittie
Patta
Osso
Brakka
Blauw

Slide 9 - Sleepvraag

Buma
Outje
Brasa
Beef
Tatta
Mattie

Slide 10 - Sleepvraag

Party & co
Straattaal editie
timer
0:20

Slide 11 - Tekstslide

Ik weet wat straattaal is.
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll

Ik weet waar straattaal vandaan komt.
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Ik heb nieuwe woorden uit straattaal geleerd.
Eens
Oneens

Slide 14 - Poll

Ik weet wat ik kan doen als ik de betekenis van een woord niet ken.
Eens
Oneens

Slide 15 - Poll