H21 verzekeringsrecht, deel 1

hoofdstuk 21: verzekering
leerdoelen => Je kan:
  • de verzekeringsovereenkomst omschrijven en indelen
  • de partijen bij een verzekeringsovereenkomst benoemen en herkennen
  • het verschil uitleggen tussen de verzekerde en de verzekeringnemer
  • het verschil uitleggen tussen schadeverzekering en sommenverzekering
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 21: verzekering
leerdoelen => Je kan:
  • de verzekeringsovereenkomst omschrijven en indelen
  • de partijen bij een verzekeringsovereenkomst benoemen en herkennen
  • het verschil uitleggen tussen de verzekerde en de verzekeringnemer
  • het verschil uitleggen tussen schadeverzekering en sommenverzekering

Slide 1 - Tekstslide

Noem drie soorten verzekeringen

Slide 2 - Open vraag

Noem drie risico s waartegen je kan verzekeren

Slide 3 - Open vraag

zoek op in de wet: 3 minuten

1. wat is een verzekering?

2. in welk wetsartikel staat de definitie van verzekering?

Slide 4 - Tekstslide

art. 7: 925 BW
verzekering is:
  1. de overeenkomst waarbij
  2. verzekeraar zich verbindt tot betalen van een of meer uitkeringen
  3. verzekeringnemer premie betaalt aan verzekeraar​
  4. geen zekerheid DAT, WANNEER of TOT WELK BEDRAG​ uitkering of premie wordt betaald​





Slide 5 - Tekstslide

soorten risico s verzekeringsmaatschappij
Materieel risico: 
Dat  de verzekeringsmaatschappij geld moet uitkeren

Moreel risico: 
Het risico dat de verzekeraar loopt  van wangedrag of liegen of bedriegen van de verzekerde

Slide 6 - Tekstslide

Soort overeenkomst de verzekeringsovereenkomst
Wederkerige overeenkomst

Een partij---> betaalt de premie
Een partij----> Doet een uitkering als het risico zich voordoet

Slide 7 - Tekstslide

Noem 2 voorbeelden van verzekeringsfraude?

Slide 8 - Open vraag

verzekering = kans overeenkomst
 
=> onzeker voorval, risico:

geen zekerheid  
DAT,  WANNEER  of  TOT WELK BEDRAG​  
uitkering of premie wordt betaald​







Slide 9 - Tekstslide

art. 7: 925 BW
contractspartijen:

  1. verzekeraar   (voorbeeld: Achmea, NN, Aegon, Univé, Allianz)

  2. verzekeringnemer => persoon die verzekering sluit bij verzekeraa






Slide 10 - Tekstslide

wat wordt bedoeld met de "verzekerde"?


zijn "verzekeringnemer" en "verzekerde" hetzelfde?

Slide 11 - Tekstslide

zijn "verzekeringnemer" en "verzekerde" hetzelfde?

nee, maar het kan wel!

verzekeringnemer = de persoon die verzekering sluit bij verzekeraar

verzekerde                = de persoon die verzekerd is


Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld => ziektekostenverzekering
gezin => ouders met minderjarige kinderen


verzekeringnemer   => de ouder die verzekeringsov. sluit

verzekerden               => de gezinsleden die verzekerd zijn

Slide 13 - Tekstslide

art. 7: 944 BW:  schadeverzekering


vergoedt de vermogensschade van verzekerde 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

noem drie voorbeelden van een schadeverzekering

Slide 16 - Open vraag

kan je een brandend huis verzekeren?

noteer je antwoord en licht je antwoord toe!

Slide 17 - Open vraag

Nee!
verzekering = kans overeenkomst

brandverzekering dekt risico van brand 


toekomstig risico => onzeker voorval


Slide 18 - Tekstslide

kans overeenkomst
huis dat al in brand staat => 
geen onzekerheid 
brand doet zich al voor
risico heeft zich al gerealiseerd
van onzekerheid is geen sprake 


Slide 19 - Tekstslide

begrippen

polis
polisvoorwaarden

Slide 20 - Tekstslide

begrippen
polis:       polis letterlijke betekenis= gemeenschap/stad (Grieks)
  • overeenkomst tussen verzekeringnemer en verzekeraar
  • het contract

polisvoorwaarden:
  • schriftelijke afspraken tussen verzekeraar-verzekeringnemer 
  • 'kleine lettertjes'


wie maakt polis en polisvoorwaarden?

Slide 21 - Tekstslide

art. 7: 964 BW: sommenverzekering

verzekering waarbij het niet uitmaakt of met de uitkering schade wordt vergoed 

Slide 22 - Tekstslide

noem een voorbeeld van een sommenverzekering

Slide 23 - Open vraag

voorbeeld van sommenverzekering
  1. levensverzekering =>  bij in leven zijn van verzekerde op een bepaalde datum, betaalt verzekeraar een bedrag (pensioen)

  2. overlijdensrisico verzekering => als verzekerde voor een bepaalde datum overlijdt, betaalt verzekeraar een bedrag 

  3. arbeidsongeschiktheidsverzekering => als verzekerde arbeidsongeschikt raakt, betaalt verzekeraar een bedrag per dag (maand)

Slide 24 - Tekstslide

Nee!
verzekering = kans overeenkomst
=> toekomstig risico
=> toekomstig onzeker voorval


diefstal is al gepleegd
geen onzekerheid 
=> diefstalschade is niet gedekt!

Slide 25 - Tekstslide

de persoon die een verzekering sluit met de verzekeraar is
A
de verzekerde
B
de verzekeringnemer

Slide 26 - Quizvraag

Een verzekering is een kansovereenkomst. Dit betekent dat
A
de verzekerde de premie moet betalen
B
sprake moet zijn van een onzeker voorval
C
de verzekeringnemer de premie moet betalen
D
de verzekeraar gedekte schade moet betalen

Slide 27 - Quizvraag

een verzekering is een
A
formele, onbenoemde, wederkerige overeenkomst om baat
B
vormvrije, benoemde, eenzijdige overeenkomst om niet
C
formele, onbenoemde, eenzijdige, overeenkomst om baat
D
vormvrije, benoemde, wederkerige overeenkomst om baat

Slide 28 - Quizvraag

een schadeverzekering vergoedt
A
immateriële schade van verzekerde
B
vermogensschade van verzekerde
C
affectieschade van verzekerde

Slide 29 - Quizvraag

het kenmerk van een sommenverzekering is dat
A
met de uitkering de vermogensschade van de verzekerde wordt vergoed
B
de verzekeraar altijd een uitkering aan de verzekerde betaalt
C
het niet uitmaakt of met de uitkering schade wordt vergoed

Slide 30 - Quizvraag

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll