H5.1

H5 Verzorgingsstaat
5.1 Wat is een verzorgingsstaat
5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat
5.3 Onderwijs
5.4 Gezondheidszorg
5.5 Sociale zekerheid
5.6 De betekenis van werk

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5 Verzorgingsstaat
5.1 Wat is een verzorgingsstaat
5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat
5.3 Onderwijs
5.4 Gezondheidszorg
5.5 Sociale zekerheid
5.6 De betekenis van werk

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Regels
  2. Opdracht wat weet je over H5?
  3. Leerdoelen
  4. Uitleg 
  5. Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Wat: drie vragen over verzorgingsstaat
Op welke manier: voor jezelf
Klaar: inleveren en iets voor jezelf doen
Hulp: buurman of buurvrouw
Uitkomst: meegenomen in de uitleg van H5
Tijd: 9 minuten

Slide 3 - Tekstslide

H5.1 Wat is verzorgingsstaat
1. Ik kan beschrijven wat een verzorgingsstaat is en wat het begrip solidariteit hier mee te maken heeft.
2. Ik kan de functies (de 4 v´s) van de verzorgingsstaat benoemen en ik kan concrete voorbeelden analyseren met behulp van deze functies.
3. Ik kan sociale rechten en plichten beschrijven door het benoemen van bijbehorende waarden en grondrechten.
4. Ik kan de vier belangrijke actoren benoemen en uitleggen welke rol zij vervullen in de verzorgingsstaat.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een verzorgingsstaat?

Slide 5 - Woordweb

Leven in Verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat: bemoeit de overheid zich actief met de welvaart en welzijn van haar inwoners

- Welvaart: mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoefte te vervullen
- Welzijn: mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid

Slide 6 - Tekstslide

Leven in Verzorgingsstaat
4 V's functies:
Verzekeren: beschermen tegen inkomensverlies
Verzorgen: hulp bieden aan mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen.
Verheffen: mensen de kans geven zich te ontwikkelen.
Verbinden: zorgen voor solidariteit en sociale samenhang in de samenleving.

Slide 7 - Tekstslide

Leven in Verzorgingsstaat
Denk hierbij aan:
  • Onderwijs
  • Zorg
  • Vrije tijd
  • Leefomgeving

Slide 8 - Tekstslide

Risico's delen
Iedereen doet mee!
-> solidariteit
= bereidheid is in een groep of samenleving om risico's met elkaar te delen

Door middel van wetten
-> collectief belang



Slide 9 - Tekstslide

Rechten en plichten
Iedereen doet mee... & is gelijk
-> gelijkwaardigheid (waarde)
= iedereen moet gelijke kansen krijgen
-> sociale grondrechten
  • recht op onderwijs
  • recht op gezondheidszorg
  • recht op huisvestiging

Doelen die de overheid actief moet nastreven

Slide 10 - Tekstslide

Rechten en plichten
Naast rechten ook plichten
Recht op onderwijs -> leerplicht
  • sollicitatieplicht
  • plicht premies en belasting betalen-> verzorgingsstaat gefinancierd 

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke terreinen
  1. Onderwijs
  2. gezondheidszorg
  3. sociale zekerheid


Slide 12 - Tekstslide

Actoren
  1. Overheid
  2. Burgers
  3. Maatschappelijk middenveld = 
organisaties tussen de overheid en burgers die verschillende groepen vertegenwoordigen
(particulier initiatief)

Slide 13 - Tekstslide

Actoren
Sociale partners: werknemers- en werkgeversorganisaties
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO):
overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden

- compromissen -> poldermodel

Slide 14 - Tekstslide

Actoren
Overheid besteed uit aan de vrije markt
Gaat via marktwerking
  • lagere prijzen (concurrentie)
  • kortere wachtlijsten
  • kwantiteit voor kwaliteit 
-> overheid grijpt in, verschilt per kabinet


Slide 15 - Tekstslide

Verzorgingsstaat wereldwijd
Esping-Anderson theorie: 3 typen verzorgingsstaat
  1. liberale
  2. sociaaldemocratische 
  3. corporatistische 


Slide 16 - Tekstslide

Liberale
Landen: VS, VK en Canada
type: individuele vrijheid en verantwoordelijkheid
overheidsvoorziening: laag
voordeel: weinig belasting
nadeel: verzekering en onderwijs duur

Slide 17 - Tekstslide

Sociaaldemocratisch
Landen: Scandinavische landen
type: gelijkheid belangrijk
overheidsvoorziening: hoog
voordeel: veel belasting
nadeel: verzekering en onderwijs goedkoop

Slide 18 - Tekstslide

Corporatistische 
Landen: Duitsland
type: combi liberaal en sociaaldemocratisch (gezin)
overheidsvoorziening: samenwerking middenveld
voordeel: Sterke sociale zekerheid via werkgevers en vakbonden
nadeel: belasting hoog

Slide 19 - Tekstslide

Welke verzorgingsstaat heeft Nederland?
A
liberale
B
sociaaldemocratische
C
corporatistische
D
Gemengd

Slide 20 - Quizvraag

Nederland
Tot 1960: corporatistisch
Vanaf jaren 70: sociaaldemocratisch
Heden: verschuiving liberaal
= gemengd

Landen zonder verzorgingsstaat: lage levensverwachting

Slide 21 - Tekstslide

Werkvorm: “Bouw je eigen Verzorgingsstaat!”
1. Wat is jullie verzorgingsstaat?
Liberaal, sociaaldemocratisch, corporatistisch of gemengd?
Wat betekent solidariteit in jullie land?
2. Pas de 4 V’s toe:
Verzorgen, Verzekeren, Verheffen, Verbinden) een concreet voorbeeld uit jullie land.
Bijv.: Gratis kunstonderwijs = Verheffen
3. Rechten & Plichten
Noem minstens één sociaal recht en één sociale plicht in jullie land.
Koppel deze aan belangrijke waarden (zoals vrijheid, gelijkheid, solidariteit) en een grondrecht.
4. De 4 actoren:
Benoem de 4 belangrijkste actoren in jullie verzorgingsstaat:
Overheid, burgers, werkgevers, vakbonden
Leg per actor uit welke rol ze hebben en hoe ze samenwerken.

Slide 22 - Tekstslide