winkeldiefstal en overval

Wat doe jij in de winkel?


Winkeldiefstal
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wat doe jij in de winkel?


Winkeldiefstal

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les heb je geleerd?
  • Hoe je om moet gaan met winkeldiefstal
  • Wat het verschil is tussen winkeldiefstal en een overval
  • Wat het raakpricipe is

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Wat doe je als iemand
iets steelt?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

1. Schrijf uit je hoofd 3 punten op waaraan je een winkeldief kunt herkennen.

Slide 5 - Open vraag

2. Waarom lukte het nepdief Ron niet om iets te stelen?

Slide 6 - Open vraag

3. Weet je nog hoe nepdief Ron eruitziet? Kruis de juiste kenmerken aan.
A
Hij draagt een oorbel
B
Hij heeft een snor
C
Hij draagt een bril
D
Hij heeft een baard

Slide 7 - Quizvraag

4. Ook de verslaggeefster probeert iets te stelen. Wat probeert ze te stelen?

Slide 8 - Open vraag

Winkeldiefstal
Een klant die weet dat er op hem wordt gelet, durft minder snel een artikel te stelen. 

Gedraag je altijd vriendelijk. 
Zorg er ook altijd voor dat je er niet alleen voor staat. Vertel wat je gezien hebt meteen aan een collega en aan je leidinggevende. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Helpen om diefstal te voorkomen. 

Je helpt mee om op de volgende punten te letten: 
  • Je begroet een klant als je hem ziet. 
  • Je zorgt ervoor dat de winkel er netjes uitziet/ gespiegeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk dit plaatje goed. 

Slide 12 - Tekstslide

5. Wat er volgens jou aan de hand op het vorige plaatje?
A
Deze klant weet niet goed of dit wel is wat ze zoekt.
B
□ Deze klant weet wat Deze klant weet wat ze zoekt en kent de weg in de winkel.
C
Deze klant denkt erover om het artikel in haar tas te stoppen (stelen)

Slide 13 - Quizvraag

6. Wat doe je als je deze klant ziet?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Overval
Winkeldiefstal is soms te voorkomen, door goed te observeren. Maar een overval is niet te voorkomen. Een overval maakt veel indruk. Het is een gebeurtenis die je niet snel vergeet.


Slide 16 - Tekstslide

De RAAK-formule
Houd je tijdens een overval aan de RAAK-formule
R rustig blijven
A aanvaarden van de bevelen en volg deze op (ga niet tegen de bevelen van de overvaller in)
A afgeven van het geld waar de overvaller om vraagt.
K kijken en proberen een goed signalement op te nemen voor de politie.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

7. Waar staan de letter RAAK voor?

Slide 19 - Open vraag

Wat kan jij doen?
Let bijvoorbeeld op:  
• Het signalement van de overvaller (hoe ziet hij uit)
• De manier waarop ze te werk gaan
• Het merk, de kleur en het kenteken van hun vervoersmiddel
• De richting waarin ze vertrekken
Zijn de overvallers weer weg? De leidinggevende belt zo snel mogelijk de politie door 112 te bellen.  

Slide 20 - Tekstslide

8. Waarom is het belangrijk om goed naar de overvaller te kijken?

Slide 21 - Open vraag

Schrijf 1 ding op dat je geleerd hebt.

Slide 22 - Open vraag

Schrijf 1 ding op dat je niet zo goed begrijpt.

Slide 23 - Open vraag